Een tempel bezocht op een hoge heuvel. Het was een boeddha tempel en je had heel wat trappen te beklimmen voordat je op de top was. Onderweg aangevallen door apen die het op mijn plastic tas voorzien hadden. Bliksemsnel kwamen ze van achteren op je af en trokken zo de zak aan stukken en toen ik er wat van zei liet een aap nog zijn tanden zien ook, totaal niet bang.
Bovenop rondom de stupa waren allemaal relikwieën zoals bronzen klokken, wierookplaatsen en gebedsrollen die je moest laten draaien, kortom een interessante plaats. Vanmiddag wil ik met de bus naar Darjeeling in het oosten van Nepal en het topje van India. Het zal een rit worden van ± 12 uur en grotendeels in de nacht.
Dat is wel jammer want ik wilde graag de Himalaya’s zien. Het stikt hier in Kathmandu van de toeristen, ook veel Hollanders zijn hier. Na een maand geen Nederlands meer gesproken te hebben had ik wel weer eens zin in een gesprek over hoe de situatie in Holland nu is. Maar zo makkelijk als je contact maakt met de inboorlingen hier, zo moeilijk is het om contact te krijgen met de toeristen. Ze kijken je in de straten straal voorbij en als je hallo zegt kan er met moeite een knikje vanaf. Ja, het is niet verwonderlijk als je voor veel geld een vliegticket hebt gekocht en dan hier nog allemaal toeristen tegenkomt.
Er is een groot contrast tussen de vrouwen van hier, die bevallig gekleed gaan in sarongs en mooie trekken hebben in hun gezicht en de toeristen op die grote schoenen en in hun korte broeken.
In de (oude) bus een plaatsje helemaal achterin gevonden want dan heb je plek om te slapen als er niemand bijkomt. We reden een uurtje in het licht en konden de bergen goed zien. Het zijn geologisch gezien nog nieuwe bergen die nog groeiende zijn door de twee landschollen die tegen elkaar opbotsen en zo de Himalaya’s vormen. Ze zijn erg steil omdat de erosie nog niet heeft toegeslagen met als gevolg dat je langs adembenemend diepe afgronden rijdt. Toen het nog licht was voelde ik me nog aardig goed, maar in het donker kun je je niet meer oriënteren en daar kwam nog bij dat a: de bus was oud, b: de chauffeur scheurde als een gek en c: de weg was erg slecht en vol gaten zodat ik flink misselijk werd en een run moest maken naar het schuifraam. Maar eenmaal in de frisse lucht en weer met zicht op de weg in het licht van de koplampen klaarde ik weer op.Verder aardig kunnen slapen behalve dat ik een paar keer boven de bank ben uitgejumpt vanwege de gaten in het wegdek.
In het oosten van Nepal kwamen we in het gebied van de theeplantages, een leuk gezicht, van die halfhoge struiken waar de pluksters doorheen liepen om de bladeren te verzamelen. In de bus tochtte het flink want de oude schuiframen gingen door het rammelen steeds open. Geen nood, onder uit de oude stoelzittingen een flinke pluk schuimrubber genomen en tussen de raampjes gepropt. Dat hielp goed totdat een Nepalees zijn fluim naar buiten spuugde. Zijn fluim weg, maar het schuimrubber ook. Zo kan je wel aan de gang blijven.