Het accent bij deze studie ligt op de bestudering van de ontstaansgeschiedenis van het huidige landschap. Bij de inventarisatie van de cultuurhistorische landschapselementen is uitgegaan van literatuur- en veldonderzoek en zijn gesprekken gevoerd met de eigenaren en gebruikers van de objecten. Onderzoek van kaartmateriaal is uitgebreid aan de orde geweest bij de Provincie Gelderland, gemeentearchieven en bibliotheken. Voor de oudere cultuurelementen zijn de kaarten van Christiaan Sgrooten en Nicolaes van Geelkercken van grote waarde geweest. Voor de elementen vanaf de 19e eeuw zijn vooral de historische atlassen uit 1865-1912, uit 1932 en de stafkaarten uit 2003 met een schaal van 1:25.000 bij het onderzoek goed bruikbaar gebleken.
Een moeilijkheid bij de inventarisatie bestond uit het feit dat veel elementen niet meer- of gedeeltelijk aanwezig waren en dat ze verspreidt liggen over terreinen in beheer bij verschillende eigenaren. Bij de inventarisatie is daarom uitgegaan van het opsplitsen van het gebied naar eigenaar/gebruiker. Per opgesplitst gebied worden dan de verschillende objecten afzonderlijk behandeld waarna van het object de vroegere situatie beschreven wordt en daarna de toestand waarin het zich nu bevindt.
De uit verschillende bronnen verkregen gegevens zijn door mij met de triangulatiemethode geverifieerd. Met deze methode worden bijvoorbeeld de in het archief gevonden gegevens gebruikt bij het veldonderzoek waarna er, als de mogelijkheden er was, ook personen geïnterviewd werden om een zo juist mogelijk beeld te verkrijgen.