De onoplettendheid bij overwegen is groot. De mensen weten vaak niet meer wat ze doen door nervositeit bij voor hen vreemde situaties.
Vanuit Duitsland rijden er kolentreinen richting hoogovens en ook ertstreinen vanaf de Rotter-damse haven richting Ruhrgebied. Deze treinen bestaan vaak uit 30 wagens die zo’n 2500 ton zwaar zijn en je hebt je handen vol aan het op gang brengen van deze treinen waar een aardige tijd overheen gaat wil hij een beetje op snelheid zijn. Met het remmen is het andersom en duurt het best een tijd voordat je stilstaat.
Op een gegeven moment rijd ik net voorbij Zevenaar in de richting Arnhem met een gangetje van zo’n 80 km/h met zo’n zware kolentrein en kom bij een overweg met een knipperinstallatie.
Aan de rechterkant stopt een auto omdat de lichten knipperen. Links echter komt een tractor aangereden met een aanhanger die volgestapeld is met balen hooi waarop een stuk of zes kinderen zitten. De tractorbestuurder denkt dat de auto voor hem stopt en rijdt de overweg op.
Verbouwereerd denk ik ‘wat doet hij nu’ en begin gelijk te remmen en wegduikend laat ik ook het dodemanspedaal los. Voor noodgevallen kan je in de locomotief door het gangpad naar achteren lopen want er is alle kans dat het te raken object de cabine in komt zetten. Voordat het hele geval echter begon met remmen was ik de overweg al aardig genaderd en bereidde me op het ergste voor… De tractor bleef gelukkig doorrijden en ik passeerde de aanhanger met hooi en de kinderen daarop rakelings waarbij er een verschil was van hooguit een meter tussen de trein en de aanhanger. Op zulke momenten breekt het zweet je uit en krijg je een adrenaline injectie van heb ik jou daar. Enkele honderden meters verderop kwam ik tot stilstand en achterom kijkend had de tractor zich al weer een flink stuk verwijderd.
Voordat de trein daarna weer goed en wel op gang was gingen er nog zo’n 10 minuten overheen en ik denk dat die man op de tractor nog steeds niet weet wat hem boven zijn hoofd heeft gehangen.