Op de Veluwe zijn grote aantallen rasters aanwezig. Het idee achter het raster is dat de jacht om bepaalde wilddichtheden vraagt die alleen zijn te bereiken door het jachtterrein in te rasteren. In 1895 werd Varenna, een klein landgoed bij Hoenderloo, als eerste in het gaas gezet. Daarna begonnen anderen dit voorbeeld te volgen zoals de 3000 hectare natuur rond het Loo, wat later uitgebreid werd met 6000 hectare en wat nu de kroondomeinen zijn.
In 1917 kreeg Anton Kröller die net eigenaar was geworden van grote delen van wat nu de Hoge Veluwe is, een paar zwijnen cadeau waardoor er ook rasters nodig waren om ze binnen te houden. In de periode daarna kreeg het park steeds meer grondgebied tot zijn beschikking en waren er navenant meer rasters en hekwerken nodig.
Ook de recreatie zorgde er voor dat er afrasteringen nodig waren. Toen de Hoge Veluwe in 1935 overging in een onafhankelijke stichting werd het gebied voor betalend publiek opengesteld en moest worden voorkomen dat het publiek illegaal kon binnenkomen. De rasters en hekwerken konden tevens gebruikt worden om het aantal ontmoetingen met het wild te vergroten omdat dit nergens anders naartoe kon gaan.
In de loop der tijd kwamen er steeds meer rasters bij: rond landbouwgebieden, militaire complexen, campings, rond privé-landgoederen en langs de wegen. Ook natuurmonumenten plaatsten hekken en rasters om de Schotse hooglanders binnen de omheiningen te houden.
Een groot voordeel van hekken en rasters bestaat uit het feit dat hierdoor de natuur op veel plaatsen beter beschermd is gebleven en minder te lijden heeft gehad dan het geval zou zijn geweest zonder deze afrasteringen.
Rasters nu
De provincie Gelderland is bezig om met betrokken gemeenten, terreinbeheerders en ministeries plannen te maken voor een eindeloze Veluwe waar het wild overal heen kan gaan om voedsel te zoeken en waar het voor de dieren ook veiliger is.
De Veluwe is een voedselarm gebied, dat in kwalitatief (eiwitgehalte en mineralen) opzicht onvoldoende voedsel biedt voor grote hoefdieren. Dit probleem is op te lossen door de voedselrijkere randgebieden, uiterwaarden en landbouwenclaves beter bereikbaar te maken voor de grote hoefdieren. Corridors naar uiterwaarden en andere landbouwgronden ontsluiten voor grote hoefdieren is hiervoor wenselijk.
Er zijn volgens officiële bronnen op de Veluwe zo’n 600 kilometer hekken en rasters te vinden maar officieus is het aantal kilometers veel meer. Veel mensen en groeperingen vinden echter dat dit hoge aantal kilometers nergens goed voor is en willen het liefst alle afrasteringen neerhalen om op deze manier een groter gebied aan vrije natuur te creëren (fig.115).
Toch zijn er categorieën rasters die men niet kan weghalen.
Zolang er wegen op de Veluwe liggen moeten daarlangs ook de rasters blijven bestaan. De auto’s zijn al een groot probleem voor het wild dat de wegen wil oversteken en het zou voor de verkeersveiligheid geen goede zaak zijn om de afscheidingen weg te halen.
Ook zouden de rasters niet kunnen verdwijnen voor de wilde zwijnen. Deze rasters zouden met één meter al hoog genoeg zijn om de wroetende zwijnen van de landbouwgronden weg te houden. Van herten heeft men veel minder last dus zou een hek van een meter al voldoende moeten zijn zodat de zwijnen tegengehouden worden en de herten vrij spel hebben (Hegener, 2002).
Om de dieren de mogelijkheid te geven om van de ene naar de andere plaats te trekken zijn er plannen in ontwikkeling om de Apeldoornseweg, Deelenseweg, Otterloseweg en Harderwijkerweg anders in te richten. Hiervoor dienen de afrasteringen te worden verlaagd of verwijderd. Herten en reeën kunnen over lagere hekken springen en voor zwijnen komen er bij nieuwe wildpassages een soort grote kattenluiken. Nu nog houden de hekwerken van defensie en de Hoge Veluwe het wild tegen maar daar gaat verandering in komen. Het betekent dat er meer wild de weg kan oversteken en om ongelukken te voorkomen denkt een projectgroep na over de te nemen maatregelen. Te denken valt aan snelheidsbeperkingen, wilddetectiesystemen, versmallingen van de wegen, het creëren van bochten of delen onverhard maken.