Uitersten, zo zou je dit stukje wel kunnen noemen.
Op Koninginnedag is het altijd leuk om dienst te doen. Vooral ‘s ochtends als de mensen op pad gaan naar allerlei festiviteiten is de sfeer erg gezellig. Alleen als je dan in de richting van Amsterdam moet dan kan je wel eens de klos wezen. Met elk station daar dichter in de buurt stroomt de trein voller en voller en op het laatst kan er echt geen kip meer bij. Het lijkt er op dat half Nederland naar Amsterdam moet. Iedereen heeft de grootste lol ook al is er geen zitplaats meer, het maakt niet uit. Het afgelopen jaar hadden we een dweilorkest mee die de gang er wel in wist te houden. Allerlei verzoeknummers werden er gespeeld tot het Wilhelmus toe.
In Amsterdam gaat praktisch iedereen er uit en als je dan van bovenaf de hal inkijkt is het gewoon magnifiek om de grote hoeveelheid mensen te zien die in één deinende massa de deur proberen door te komen. Ik ben dan altijd weer blij dat we verder kunnen met een zo goed als lege trein.
Ik begon weer met controleren en kwam bij een niet zo grote man met een buitenlands uiterlijk. Hij zat er een beetje stil bij na al die feestvreugde en had nog geen kaartje. Ik begon er eentje uit te schrijven en we raakten aan de praat. Hij bleek een vluchteling uit Bosnië te zijn die asiel had aangevraagd en ook gekregen. Zo langzamerhand kwam zijn hele verhaal eruit. In Bosnië leefde hij met zijn vrouw en dochter in een dorpje toen de Serviërs het dorp binnenvielen en er flink huis hielden. Er werden mensen verjaagd en vermoord terwijl zijn dochter door een paar mannen voor zijn ogen werd verkracht. Of dat nog niet genoeg was vermoordden ze haar waarna ze het hoofd afsneden en bij hem op schoot wierpen.
Ik had dit verhaal ooit al eens in een krant gelezen en vond dat hij behoorlijk betrouwbaar overkwam. Ik denk ook niet dat je zoiets zou verzinnen. De lol van deze Koninginnedag was er voor mij al goed af. Het is ongelofelijk dat er zo’n dunne scheidslijn is tussen waanzin en plezier. Zo komt deze oorlog toch akelig dicht bij je in de buurt.
Een kaartje heb ik maar niet meer uitgeschreven.