Aardig

Eindelijk in Teheran aangekomen en het lijkt wel een klein stadje, zo rustig is het in vergelijking met India en Pakistan. Langs een restaurant gekomen en een half kippetje proberen te eten maar ik kwam niet verder dan een kwart kip, zo gekrompen is mijn maag. In het restaurant in gesprek geraakt met een jongen en die wilde me graag de stad laten zien in ruil voor wat Engelse conversatie. Ze willen zo graag Engels praten maar er is gebrek aan toeristen. Ik kreeg geen kans mijn eten te betalen want dat deed hij (trouwens spotgoedkoop allemaal).

De mensen zijn hier van nature zeer behulpzaam en doen alles om het je naar de zin te maken (datzelfde vind je ook terug bij Machmoed, onze Iranese kennis in Arnhem). Het is de Arabische traditie van de gast op de eerste plaats en dan pas de gastheer. En totaal geen bijbedoelingen om geld te verkrijgen zoals je in veel andere landen wel aantreft. Uitgebreid de stad bekeken en deze geeft een zeer moderne schone indruk met totaal geen tekorten aan voedsel, kleding en dergelijke.

Vluchtelingen

Na een stoffige rit om 8 uur aangekomen bij de grens en nu maar wachten tot die opengaat. De hele bus bleek vol te zitten met Afghaanse vluchtelingen die illegaal de grens proberen over te steken. Iedereen weet er van en de grensbewaking werkt er voor een paar centen net zo hard aan mee.

Het is vrijdag, dus een rustdag in Iran. De grens ging dan ook pas om half elf open. In die tussentijd wandelde ik een stuk langs de afrastering van de grens. Er lagen honderden uitwerpselen van de mensen uit het dorpje die dit hele gebied als toilet gebruiken. Een kilometer verderop gekomen zag ik dat een auto een stuk of tien Afghanen afzette en dat deze mensen gebukt de afrastering onderdoor kropen die hier de grens vormt, terwijl een soldaat aan de Iranese kant stond toe te kijken.

De bus naar Teheran genomen en deze bleek ook al vol te zitten met Afghanen. Degene naast me werd er bij een controle uitgehaald. Die controles is ook wat hoor, de ene keer moeten de vrouwen de bus uit om te worden gefouilleerd en een andere keer zijn de mannen aan de beurt, waaronder ik ook, al doen ze dat wel lacherig en voor de formaliteit. Er gaat een hoop verloren tijd in zitten.

De vrouwen hier in de bus zijn wel mondiger als in Pakistan. Daar mocht alleen familie naast een vrouw zitten, hier trekken de oudere dames zich er niet zo veel van aan. Bij een van de controles kreeg ik van een vrouw een flinke lap stof uit Pakistan in mijn handen gedrukt omdat ik een deken over mijn schoot heen had vanwege de kou. De bus werd zeer nauwkeurig onderzocht door een fanatieke groep soldaten. Elk luikje moest open en onder alle zittingen werd gekeken, maar bij mij en de lap stof kwamen ze niet. Ik maakte nog een geintje toen de soldaten binnenkwamen door net te doen of ik de lap stof wilde
teruggeven aan de vrouw aan de andere kant van het gangpad, maar die trok helemaal wit weg. Het schijnt dat je voor het smokkelen stokslagen kan krijgen.

Knal

De bus naar Iran ging om 3 uur vanmiddag, tenminste, dat was de bedoeling. Op het punt van vertrekken moest er eerst nog een dynamo verwisseld

worden wat een uur in beslag nam. Verder gebeurde er niet zoveel behalve dat ik bijna een busramp veroorzaakte. Dat zat zo. Ik zat pal achter de chauffeur en met een schuifraam dat ontzettend klepperde en zwaar schoof. Om een uur of 12 s’nachts toen iedereen in diepe rust was besloot ik het raampje met mijn voet een zet te geven zodat hij klem kwam te zitten en niet meer rammelde. Het raam vloog dicht en met een behoorlijke knal sloot hij in de sponning. De chauffeur schrok nogal van de knal achter zijn hoofd en gaf een ruk aan het stuur waardoor de bus bijna van de weg raakte en in de woestijn terecht kwam. Achterin begon men te schreeuwen en de mensen op het dak begonnen op het dak te timmeren. Ik heb gelijk mijn verontschuldigingen aangeboden en die werden van een vreemdeling natuurlijk direct aanvaard.

Slechte weg

Een dag vol bussen. Neem je de trein van Lahore naar Quetta dan ben 30 uur onderweg omdat die trein een lange omweg maakt en ontzettend langzaam rijdt. Daarom maar van bus naar bus huppen en zo een stuk afsnijden. Maar oh, oh wat een wegen, zo slecht, je trilt gewoon van je stoel af. Overal kuilen zo groot als wasteilen en diepe scheuren zodat de bus telkens moet afremmen.

De bus die ik die avond nemen zou bleek door een mankement niet meer te gaan en de buscompagnie regelde voor mij een andere plek en wel de VIP plaats naast de chauffeur. Wat een rit, veel vrachtauto’s en die werden natuurlijk ingehaald. Kwam er een tegenligger aan dan werd er gewoon doorgereden tot vlak bij de tegenligger die op het laatste moment moest uitwijken of onze bus ging doodeenvoudig rechts van de tegenligger over de naast de weg liggende zandstrook vol kuilen en gaten (ze rijden hier links).

Nu hup ik van stad naar stad en kom steeds dichter bij het doel Quetta. Op 200 km voor Quetta ben ik blijven steken in een klein dorpje, want de bus ging maar tot hier. Het is nu s’avonds 10 uur en moet wachten tot 6 uur morgenvroeg op de bus die me verder brengt. Helemaal geradbraakt ben ik van twee dagen bussen. Mijn rug is kapot gegaan van de naad in mijn spijkerbroek die door het schudden steeds maar weer langs de huid schuurt. Afijn, morgen de bus naar Iran nemen (ook nog 16 uur) en weer voet op veilige (hygiënische) bodem.

Corruptie

In de bus proberen te slapen zo goed en zo kwaad als dit kon op de vreselijk hobbelige wegen. In de veronderstelling dat we er nog niet waren ben ik 100 km te ver doorgereden en moest terug met het reguliere openbaar vervoer in overvolle marktbussen.

Het laatste stuk moest met een riksja afgelegd worden en een militair stond er op dat ik met hem meereed. Samen stapten we in een riksja van een klein jongetje dat aardig aan het zweten kwam, ik schaamde me diep maar heb het een beetje goedgemaakt door hem al mijn Indiase kleingeld te geven.

Bij de grens bleek pas echt hoe corrupt de douane hier is. Een ambtenaar probeerde van alles van me los te peuteren en wilde geld zien of zelfs mijn horloge. Een T-shirt kon hij van me krijgen maar die vond hij te smerig naar zijn zin. Dit alles deed hij open en bloot in het bijzijn van andere reizigers.
Verder ging het met kleine busjes richting Ahorn.

Deed ik op de heenweg en volle dag over deze grens (met de trein, die helemaal doorzocht moest worden) nu was het in een paar uur gebeurd. In Lahore wilde ik gelijk richting Quetta maar de bus ging maar tot halverwege. Deze toch maar genomen met het idee dat er daarvandaan hoogstwaarschijnlijk wel weer een bus verder zal gaan, niemand weet het zeker. In beweging blijven vind ik belangrijk nu. Eerst maar zien dat ik in Iran kom waar alles tenminste schoon is en waar je goed voedsel tot je kan nemen.

Amritza

Vroeg op pad gegaan naar de Iranese ambassade. Hoe eerder je het visum hebt, hoe eerder het land uit. Op weg daar naartoe weer een verschrikkelijke aandrang gekregen en kon ik een moskee induiken (na eerst mijn schoenen uitgedaan te hebben). Bij terugkomst lagen de schoenen op hun zij, de zolen mogen de vloer niet raken.

Het visum gekregen nadat ze het me eerst pas de volgende dag wilde geven. Na protest mijnerzijds, omdat ik s’avonds weg wilde, werd er een uitzondering gemaakt. Bij een bureautje een buskaartje gekocht naar Amritza, dat is een plaats op de grens van India en Pakistan. Bij de bus gearriveerd bleek deze daar niet heen te gaan maar naar een plaats in de buurt. Ook goed, die genomen en s’ ochtends 5 uur zouden we daar aankomen ware het niet dat we 3 uur lang in een file stonden in New Delhi.

Drukte

Het is nu 7.30 uur en ben net wakker geworden aan de voorzijde van een soort postkantoor tussen tientallen mensen die hier ook liggen te slapen. Er liggen complete gezinnen met kinderen bij.

Ik ben in Jaipur (pink city) en ben hier met de bus aangekomen. Gisteravond n.l. wilde ik de trein pakken, maar deze was zo afschuwelijk vol met zoveel mensen en bagage dat er totaal geen plek meer over was voor mij en ik dus de hele nacht zou moeten staan. Zelfs voor zitten in de gangpaden was geen plaats meer.

Ik heb toen de bus gepakt van Agra naar Jaipur en dat was een vervelend ritje. Eerst kwamen we in een file terecht. Ging ik kijken en bleek voorop dat auto’s en bussen elkaar wilden passeren en met z’n drieën naast elkaar reden terwijl er van onze kant ook verkeer aankwam en al het spul zo tegenover elkaar kwam te staan.

De Indiërs zijn echt niet van deze wereld, zo dom. De auto’s, bussen en vrachtauto’s gingen niet achter elkaar rijden maar bleven de weg opvullen over de volle breedte zodat het 1½ uur duurde voordat de knoop ontwart was en dat allemaal om niks.

Verder in de bus constant mensen om me heen gehad die van alles wilden weten en kinderachtige grapjes maakten in hun eigen taal waar ik dus niets van verstond. Dit duurde zo tot aankomst in Jaipur om ± 4 uur en dus te laat voor een hotel omdat je daar toch weer vroeg uit moet.

Wakker geworden voor het gebouw dat het busstation bleek te zijn en tussen mensen die grotendeels reizigers waren die met de bussen mee moesten. De stad ingegaan en deze bleek een vervallen roze indruk te maken. Alles weer ontzettend vuil en modderig. De vele eigenaars van de winkeltjes proberen je weer op slinkse wijze naar binnen te lokken. Nu kwamen ze naar je toe met het verhaal dat ze toevallig ook naar Holland gingen (of Duitsland, België, Frankrijk al naar gelang waar je vandaan kwam) en weten wilde wat de kosten zijn van het levensonderhoud daar. Als je dan eenmaal binnen was kwam het verhaal al snel op de artikelen die ze verkochten en moest je je been strak houden en niet toegeven.

s’ Middags de trein terug naar Delhi genomen, weer boor- en boordevol. Ik was er op tijd bij
en gaf m’n plaatsje niet meer af. Overal voel je de friemelende blote tenen tegen je aan, ze bengelen voor je gezicht, tegen je benen en naast je op de bank tegen je dijen. Ik zal echt blij zijn als ik dit land kan verlaten, de mensen hebben weinig menselijks en leven meer als dieren.

Op weg naar Delhi maak je de gekste taferelen mee. De trein wordt steeds drukker en drukker en niemand wil achterblijven. De deuren zijn smal en de wildste situaties ontstaan omdat de instappers niet op de uitstappers willen wachten. Er ontstaat een gebrul, gekrijs, getrek en gestomp om toch vooral mee te kunnen. Dozen en pakken worden naar binnen gesmeten en de mensen willen er achteraan terwijl iedereen nog aan het uitstappen is. Het is net het wilde westen.

Bij aankomst in New Delhi werd het nog een graadje erger, de hele trein liep daar namelijk leeg en ook weer vol voor een nieuwe bestemming. Er ontstond een verschrikkelijke zooi en ik moest me heel klein maken in een hoekje over mijn rugzak gebogen om de storm te kunnen weerstaan. Met geen mogelijkheid kon ik er uitkomen. Eerst moest iedereen er weer in natuurlijk door die ene smalle deur, voordat het me na een kwartier pas lukte, mijn rugzak achter me aan slepend. Bij het station Oud Delhi een hotelletje gezocht wat me afgeraden werd door sommige mensen.

Met recht is dit Oud Delhi, wat een smerige toestand is het hier. Ik had wel honger, maar de lust vergaat je. Op al het eten zitten vliegen die net van die koeienflatsen afkomen welke overal verspreid liggen, samen met paardepoep, geitekeutels en overal modder en een vieze stank. Snel maar naar bed.

Jaipur, Pink City

De treinreis was druk, veel mensen gingen weer op weg naar hun werk na de feestdagen. Met moeite van de conducteur een plaatsje kunnen krijgen. Met een medereiziger een gesprek gehad over de provincie Kashmir waarover India en Pakistan aan het bakkeleien zijn. Door andere reizigers werd het naar buiten brengen van de vuile was niet op prijs gesteld en er ontbrandde een aardige woordenwisseling in de volle trein met mij als middelpunt.

In Tunla uitgestapt om naar Jaipur over te stappen. Een smerig stadje waar de halve bevolking je aan zit te staren, totaal geen bezoekers gewend. De jeugd loopt met je mee en joelt wat. Van het idee om hier wat te eten ben ik daarom maar snel afgestapt en hou het bij koekjes en een flesje cola.

Wel heb ik hier op het perron een mooie handgemaakte papegaai gekocht. Leuk voor Martina denk ik.
Het is erg moeilijk om voor iedereen een leuk cadeautje te vinden, het zijn allemaal van die prullaria’s. In Iran heb ik voor mijn schoonvader een Russische bontmuts gekocht. Normaal gesproken zijn die erg duur maar hier (midden in de woestijn) dus niet.
Net met die papegaai kopen had ik gelijk het halve perron om me heen die keek hoe ik dat deed. Je wordt daar erg moe van.



Howrah bridge

De bus van 6 uur gepakt om weer op tijd in Calcutta te zijn vanwege het uitboeken van het hotel waar ik dus niet geslapen heb. Dit moet gebeuren voor 12 uur anders betaal je nog een keer. Een zeer gammele bus zwaar overladen voer ons die richting op. Wat mij zo verbaasd en beangstig is dat deze manier van leven en vervoeren hier heel gewoon gevonden wordt. In het westen zouden wij er al lang de brui aan hebben gegeven, maar hier blijft men lachen (even tussendoor; ik schrijf dit op een smerig perron in Calcutta waar twee theeverkopers voor me zitten die flink rochelend van zich afspugen en twee meter achter mij kruipt een grote rat zijn hol in). Men is hier zelfs trots op zijn cultuur en levensstijl. Dit opent geen goede perspectieven voor de toekomst.

Vanmorgen bij aankomst in Calcutta eerst een hotel gezocht waar ik wat goeds zou kunnen eten. Het was gelijk geloof ik één van de duurste, allemaal dikke rijke Indiërs die zich vol stopten met eten. Je kon echt zien dat dit de rijke bovenlaag van de bevolking was (er staat hier op het perron een meisje van een jaar of 20 naast me met een bekertje in de hand. Ze is duidelijk niet goed wijs en ziet er haveloos uit. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen haar niets te geven).

Denkend aan Julia en Judith die het zoveel beter hebben als die ellendigen in dit land. De meest gebrekkige zie je hier lopen waar niets aan gedaan wordt. Als men niet het éénkind systeem van China invoert, dan gaat het hier helemaal mis.

Daarna Calcutta bezocht. Ondermeer de mooie Howrah bridge die kreunt en steunt onder het gewicht van het vele verkeer dat constant in een file staat. Er is een armoedig zeer smerig gedeelte van de binnenstad en een schoner gedeelte waar de hotels staan. Het is er leuk om te lopen maar er is niet zoveel verschil met de andere steden zoals New Delhi. Om een beetje op tijd terug te zijn besluit ik vanavond om 19.25 de trein richting New Delhi te nemen en halverwege ergens over te stappen om naar Jaipur te gaan, ook wel “Pink city” genoemd vanwege het roze uiterlijk.

Sunderlands

Om ± 7 uur in Calcutta gearriveerd. Ik dacht, ik zoek zelf wel een plek om te slapen want die taxichauffeurs zijn zo opdringerig als ik weet niet wat. Normaal gesproken zijn er hotelletjes zat in de buurt van een station, maar hier dus niet. We kwamen op het Howrah station aan en dan moet je eerst de mooie ouderwetse gietijzeren Howrah brug over langs de plaatsen waar de Hindu’s baden en daarna een ontzettend eind lopen voordat je in de buurt van de hotels bent. De stad zag er in de vroege morgen erg grauw uit en er lag nu al zo’n vieze walm van het verkeer overheen. Ik wilde naar de Sunderlands toe, dat is een estuaria gebied zoals de Biesbosch bij ons en daar vind je mangrovebossen en er lopen ook nog tijgers rond.

De tijgers schijnen nogal eens mensen aan te vallen en wetenschappers hadden daarom boeren voorzien van gezichtsmaskers op het achterhoofd waarna er niemand meer aangevallen was. Iemand in het hotel wist de plaatsnaam waar ik naar toe moest voor de mangrovebossen. Je kon er met een boot doorheen varen. Op naar het busstation, buskaartje gekocht en rijden maar.




Na 4 uur rijden kwamen we bij een rivier waar de bus ophield en overgestapt moest worden op een bovenmaatse prauw waar een man of 50 in kon. Aan de overkant weer een bus en na nog een uur rijden eindelijk aangekomen in een onooglijk klein dorpje (ik bleef met nog twee man over die daar woonden) en waar bleek dat het te laat was om nog terug te keren naar Calcutta. Men had hier nog nooit van mangrovebossen gehoord en ik moest een hotelletje nemen om te overnachten.

Het dorpje lag aan de baai van Bengalen en ik was nog net op tijd om het modderstrand langs te wandelen en de zonsondergang te zien. Ook was er een familie die een familielid aan het cremeren was op het strand. De familie wachtte op een bootje op het water totdat het gloeien van het vuur afgelopen was en ze de as konden verzamelen.

Er lagen ook nogal wat botten van aangespoelde mensen die de Ganges rivier afgedreven waren nadat ze er ergens als dode ingedumpt waren. Verder nog een wandeling door het dorpje (10 huizen) gemaakt waar de ene helft een theehuis had en iets probeerde te verkopen aan de andere helft.