Het is nu 7.30 uur en ben net wakker geworden aan de voorzijde van een soort postkantoor tussen tientallen mensen die hier ook liggen te slapen. Er liggen complete gezinnen met kinderen bij.
Ik ben in Jaipur (pink city) en ben hier met de bus aangekomen. Gisteravond n.l. wilde ik de trein pakken, maar deze was zo afschuwelijk vol met zoveel mensen en bagage dat er totaal geen plek meer over was voor mij en ik dus de hele nacht zou moeten staan. Zelfs voor zitten in de gangpaden was geen plaats meer.
Ik heb toen de bus gepakt van Agra naar Jaipur en dat was een vervelend ritje. Eerst kwamen we in een file terecht. Ging ik kijken en bleek voorop dat auto’s en bussen elkaar wilden passeren en met z’n drieën naast elkaar reden terwijl er van onze kant ook verkeer aankwam en al het spul zo tegenover elkaar kwam te staan.
De Indiërs zijn echt niet van deze wereld, zo dom. De auto’s, bussen en vrachtauto’s gingen niet achter elkaar rijden maar bleven de weg opvullen over de volle breedte zodat het 1½ uur duurde voordat de knoop ontwart was en dat allemaal om niks.
Verder in de bus constant mensen om me heen gehad die van alles wilden weten en kinderachtige grapjes maakten in hun eigen taal waar ik dus niets van verstond. Dit duurde zo tot aankomst in Jaipur om ± 4 uur en dus te laat voor een hotel omdat je daar toch weer vroeg uit moet.
Wakker geworden voor het gebouw dat het busstation bleek te zijn en tussen mensen die grotendeels reizigers waren die met de bussen mee moesten. De stad ingegaan en deze bleek een vervallen roze indruk te maken. Alles weer ontzettend vuil en modderig. De vele eigenaars van de winkeltjes proberen je weer op slinkse wijze naar binnen te lokken. Nu kwamen ze naar je toe met het verhaal dat ze toevallig ook naar Holland gingen (of Duitsland, België, Frankrijk al naar gelang waar je vandaan kwam) en weten wilde wat de kosten zijn van het levensonderhoud daar. Als je dan eenmaal binnen was kwam het verhaal al snel op de artikelen die ze verkochten en moest je je been strak houden en niet toegeven.
s’ Middags de trein terug naar Delhi genomen, weer boor- en boordevol. Ik was er op tijd bij
en gaf m’n plaatsje niet meer af. Overal voel je de friemelende blote tenen tegen je aan, ze bengelen voor je gezicht, tegen je benen en naast je op de bank tegen je dijen. Ik zal echt blij zijn als ik dit land kan verlaten, de mensen hebben weinig menselijks en leven meer als dieren.
Op weg naar Delhi maak je de gekste taferelen mee. De trein wordt steeds drukker en drukker en niemand wil achterblijven. De deuren zijn smal en de wildste situaties ontstaan omdat de instappers niet op de uitstappers willen wachten. Er ontstaat een gebrul, gekrijs, getrek en gestomp om toch vooral mee te kunnen. Dozen en pakken worden naar binnen gesmeten en de mensen willen er achteraan terwijl iedereen nog aan het uitstappen is. Het is net het wilde westen.
Bij aankomst in New Delhi werd het nog een graadje erger, de hele trein liep daar namelijk leeg en ook weer vol voor een nieuwe bestemming. Er ontstond een verschrikkelijke zooi en ik moest me heel klein maken in een hoekje over mijn rugzak gebogen om de storm te kunnen weerstaan. Met geen mogelijkheid kon ik er uitkomen. Eerst moest iedereen er weer in natuurlijk door die ene smalle deur, voordat het me na een kwartier pas lukte, mijn rugzak achter me aan slepend. Bij het station Oud Delhi een hotelletje gezocht wat me afgeraden werd door sommige mensen.
Met recht is dit Oud Delhi, wat een smerige toestand is het hier. Ik had wel honger, maar de lust vergaat je. Op al het eten zitten vliegen die net van die koeienflatsen afkomen welke overal verspreid liggen, samen met paardepoep, geitekeutels en overal modder en een vieze stank. Snel maar naar bed.