Vanmorgen vroeg opgestaan om de trein van 9 uur te halen. Je moet hiervoor de Bosporus oversteken met een boot.
Het regende nog steeds keihard en de riolering kon het allemaal niet meer verwerken, de hele Bosporus lag vol met uitwerpselen en stonk verschrikkelijk. Lopend naar de haven werd ik behoorlijk nat en daar bleek dat de boten van een totaal andere plaats vertrokken dan een paar jaar geleden. Een heel stuk verder lopen en dus ook een heel stuk natter geworden, maar nu zit ik dan toch in de trein richting Iran. Het duurt drie kwartier voordat je de buitenwijken van Istanbul uit bent, huizenblok na huizenblok, ontzettend veel. Veel tunnels stonden onder lichtbruin modderwater en het verkeer liep aardig vast. Van mijn compartiment heb ik maar
een drooghok gemaakt, wat de conducteur niet erg vond. We rijden pal langs de waterkant van de zee van Marmara en daar liggen veel grote en kleine boten voor anker. De zon begint hier ook weer door de wolken te breken. In de stadjes waar de trein stopt stappen vaak verkopers in die van alles verkopen. Ze mogen van de conducteurs meerijden en geven daarvoor als dank wat van hun koopwaar (lijkt mij ook wel wat). Ik ben net even op bezoek geweest bij de Turkse collega’s. Ze zagen wel wat in mijn Hollandse treinsleutel en heb deze geruild voor een Turkse treinsleutel en een dasspeld met een locomotief erop.
Het lijkt wel een optocht hier op de gang. Steeds komen er mensen langslopen om naar binnen te kijken en op een gegeven moment wagen ze de stap en proberen een praatje met je te maken. Nu zit ik er met één die zijn Frans wil verbeteren, alles goed en wel, maar hij dronk ook Yoghurt en dat liet hij uit zijn handen vallen. Alles eronder, de wanden vol gespetterd en
de rest op de vloer. Handdoekjes zijn er niet evenmin als wc papier dus moesten we alle soorten kranten bij elkaar zoeken om de boel een beetje schoon te maken. Het gevolg is nu dat de hele boel stinkt en dat ze mij erop aankijken aangezien die man al weer vertrokken is.
In Ankara aangekomen heb ik even wat proviand ingeslagen. De trein wacht hier een half uur en de stad heb ik vijf jaar geleden al uitgebreid bekeken dus besluit ik maar door te rijden. Het is fascinerend te zien hoe uitgebreid de stad is. Ze bestaat uit allemaal heuvels en die zijn kilometers ver helemaal volgebouwd met huizen, dit keer geen woonblokken zoals in Istanbul maar eengezinshuizen zo ver als je kan zien. De locomotief is gewisseld voor een diesellok en die trekt er flink aan. De uitlaat is wel kapot zo lijkt het.
Ik hang zo’n beetje uit het raam en we gaan allerlei bochten tussen de heuvels door. Er is schijnbaar seinstoring want ik heb al twee keer gezien dat de trein de bocht om kwam scheuren en dat de machinist opeens een rood sein voor zijn neus zag en als een waanzinnige moest remmen. Dan wordt er een tijd overlegd en worden we door het rode sein geloodst.
Ik hang (nog steeds) uit het raam, ‘t is donker buiten en we rijden langs een autoweg. Zie ik allemaal bussen rijden in dezelfde richting als wij, de één nog luxueuzer als de ander. Ik zie er zelfs één met allemaal Japanners en een grootbeeld tv erin. Ik doe het schijnbaar allemaal verkeerd want bij mij niets geen luxe en stapt er een oude Turk in met twee zakken lompen of iets dergelijks. Hij krijgt de zakken niet bovenop het bagagerek en ik help hem daarmee. Ik zit gelijk onder het stof. De man ploft neer, trekt zijn schoenen uit en gaat zitten roken terwijl we hier rookvrij zitten.
Hij pakt mijn landkaart en bestudeerd hem van alle kanten. Het zal wel weer een moeizame conversatie worden. Eerst maar weer even uit het raam hangen. Heuvelop heeft de locomotief al zijn kracht nodig en gaat het langzaam. Maar de stukken bergafwaarts gaan steeds sneller en moet hij telkens afremmen anders vliegen we de bocht uit. Als je dan naar achteren kijkt tijdens het remmen zie je over de hele lengte van de trein de vonken eraf vliegen. De oude man is gaan slapen en ik besluit dat ook maar te gaan doen.