Soms kan je je sportieve lusten botvieren in de trein. Ik moest van Arnhem naar Roosendaal en bij Gilze-Rijen wilde er 3 Marokkaanse jongens de trein in maar ziende dat ik er ook op zat vlogen ze weer naar buiten en doken in het achterste treinstel. Vermoedend dat ze geen kaartje hadden riep ik ze nog achterna dat ik van plan was om dat treindeel te controleren, maar ze geloofden me niet en stapten toch in.
Ik sloot de deuren en piepte de machinist op dat ik buitenom naar het andere treindeel zou lopen en dat hij dus even moest wachten. Zo gezegd en zo gedaan, ik sloot de deuren, ging door de cabinedeur naar binnen en de controle kon beginnen.
We reden met een dubbeldekker en die zijn altijd moeilijk te controleren als je alleen bent. De jongens hadden al nattigheid gevoeld omdat het zo lang duurde voordat de trein vertrok. Ik zag ze op het volgende balkon al naar me loeren en toen ze me in de gaten kregen begonnen ze naar achteren te rennen. Wel in voor een sportwedstrijd begon ik er achter aan te rennen maar de jongens waren tamelijk snel. Voor de reizigers in de trein was het een aardig verzetje om eerst een paar jongens en dan een conducteur langs te zien komen in volle vaart. Van de reizigers kreeg ik ook enige steun in de vorm van armen en vingers die in de richting van de vluchtenden wezen. Bij het laatste gedeelte probeerde ik ze af te snijden door in plaats van boven, onderlangs te gaan. De jongens, ook niet gek, bleven boven wachten tot ik op het balkon verscheen en renden nu weer terug voor mij uit maar nu in de andere richting. Toch begon ik ze aardig in te lopen omdat zij telkens de schuifdeuren moesten openen wat even duurde en als ik er dan was stonden ze nog steeds open zodat ik mijn volle snelheid kon behouden, dat ging lekker zo. Na nog een keertje te zijn rondgerend kreeg ik er eindelijk een te pakken waarna ik hem een kaartje kon verkopen. Tegen boordtarief uiteraard. De andere jongens kwamen daarna ook schoorvoetend naderbij maar die liet ik maar begaan zodat ze met z’n drieën het kaartje konden delen in de hoop dat ze genezen zouden zijn van het zwartrijden.