Het terrein waar Groot en Klein Heidekamp werden gebouwd was in de jaren dertig van de vorige eeuw het eigendom van baron van Pallandt. Groot Heidekamp kwam te liggen op de golfbaan die hij ten zuidwesten van boerderij Leipzig aan had laten leggen terwijl Klein Heidekamp ten zuiden van Dresden gedeeltelijk gebouwd werd op de paardenrenbaan en op het rad, een park dat in cirkelvorm was aangelegd en er van boven uitzag als een wiel met spaken (fig.185) (Coers,1990).
Voor de militairen werden verschillende onderkomens gebouwd. Ze bestonden uit legeringsgebouwen met garages en voorzieningen als een eetzaal, kapel en ontspanningsruimtes. De nieuwbouw werd in de bestaande structuur verweven en in de vorm van een dorpje aan de omgeving gevoegd. De kampen werden op enige afstand van het eigenlijke vliegveld aangelegd (fig.186). Door de afstand en de aan de omgeving aangepaste bouw camoufleerde men het vliegveld en maakte men de gebouwen zelf onopvallend. Toch werden de legeringsgebouwen extra zwaar gebouwd. De zogenaamde Splittersichere Unterkunfte werden opgetrokken door de muren minstens 55 centimeter dik te maken en te voorzien van stalen luiken. Deze luiken konden van binnenuit dichtgetrokken worden. Bij sommige barakken werden bovendien portalen gebouwd tegen de buitendeur om inslagen van bijvoorbeeld granaatscherven te voorkomen. Bij de opzet gingen de Duitsers uit van een drietal basisprincipes: onopvallendheid, zelfvoorzienendheid en bescherming biedend.
Vrijwel alle legeringsgebouwen voor manschappen vallen onder de categorie Regelbauten waarbij sprake is van een standaardontwerp dat werd aangepast aan bijzondere eisen en omstandigheden. De messgebouwen voor de officieren zijn, in tegenstelling tot die van de manschappen, bijna altijd unieke objecten die volgens kunsthistoricus K. Loeff (1999) getuigen van een hogere ontwerpkwaliteit.
Voor de gebouwen werd een basisontwerp gebruikt dat door het Duitse bouwbureau van de Luftwaffe was ontworpen. Toch zijn de gebouwen in Klein Heidekamp vaak anders dan in Groot Heidekamp. Hier werden de basisontwerpen aangepast aan de Gelderse omstandigheden, pannen- en rietdaken met aan het uiteinde wolfseinden. De gebouwen op Groot Heidekamp missen deze zaken soms en zijn meer in Duitse stijl gebouwd, dat wil zeggen met rechte gevels. De gebouwen hadden pannen- en rietdaken maar de zolders waren vaak loze ruimtes terwijl de zoldervloeren in 22 centimeter dik beton waren uitgevoerd. Dit alles om de geallieerde bombardementen te kunnen weerstaan.
Het hele complex is in ruim een half jaar gebouwd en de inrichting was ook modern met parketvloeren en natuurlijke materialen.
Hoewel de geallieerden wel wisten waar de legeringsgebouwen rondom vliegveld Deelen zich bevonden, hebben zij nooit een poging ondernomen om deze te bombarderen. Daardoor zijn deze gebouwencomplexen in gave toestand bewaard gebleven (fig.187).
Groot en Klein Heidekamp nu
Van de in totaal ongeveer vierhonderd gebouwen op Nederlandse vliegvelden die zijn overgebleven uit de Tweede Wereldoorlog, staat ongeveer de helft op het vliegveld Deelen.
Aan het eind van de oorlog waren er in Deelen zo’n zeven- à achthonderd gebouwen
neergezet en omdat defensie het terrein direct na de oorlog in handen kreeg kon er veel waardevol materiaal behouden blijven (fig.188, 189, 191). Van dit materiaal vormen de legeringsgebouwen van Groot en Klein Heidekamp die in Heimatschutz-Architektur zijn opgericht een uniek onderdeel.
Er zijn verschillende soorten gebouwen te vinden op Groot en Klein Heidekamp. Zo zijn er onder andere onderkomens voor personeel, kantines, administratie, garages, stook- en brandbestrijdingsgebouwen en is er zelfs een mortuarium aanwezig.
Groot Heidekamp
Het terrein van Groot Heidekamp is na de oorlog in handen gekomen van defensie waarna de gebouwen voor allerlei militaire doeleinden werden gebruikt. Onder meer werd er de Luchtmacht Elektronische en Technische School (LETS) gehuisvest. Hierdoor werd er onderhoud gepleegd en bleef een groot aantal gebouwen in goede staat (fig. 193, 194, 196, 197).
Na de luchtmacht nam de landmacht in de vorm van de Luchtmobiele Brigade het terrein in bezit en werd Groot Heidekamp bij de Oranje kazerne gevoegd.
De meeste gebouwen van Groot Heidekamp worden tegenwoordig niet meer gebruikt en staan leeg. Defensie heeft er wel interesse voor maar er blijkt in de meeste gebouwen asbest te zijn verwerkt zodat er eerst onderzoek moet worden verricht naar het verwijderen hiervan en welke kosten dit met zich meebrengt. Vanwege bezuinigingen bij defensie wordt er aan het onderhoud minder aandacht geschonken waardoor er een duidelijke verslechtering optreed (fig.190, 193).
De bebouwing van Groot Heidekamp heeft de vorm van een lintdorp en is tevens gesitueerd rond twee brinken. Door het gebruik van de in de streek voorkomende materialen is men er in geslaagd om de gebouwen in de omgeving te laten opgaan.
In de loop der tijd hebben zich nieuwbouwontwikkelingen voorgedaan welke contrasteren met
de door de Duitsers aangelegde bebouwing. Zo is er een sportveld aangelegd met de nodige accommodaties en zijn er grote hallen geplaatst die dienst doen als oefen- en opslagruimte voor de militairen van de luchtmobiele brigade.
De Duitsers bouwden Groot Heidekamp precies op de slenk die vanaf Terlet in de richting van Heelsum liep (zie slenksysteem) en welke hierdoor niet meer te volgen is.
Groot Heidekamp heeft een parkachtig voorkomen. Vooral aan de oost- en zuidzijde zijn er veel bomen geplant. Het kamp was geheel zelfvoorzienend, dat wil zeggen dat er buiten het eigen ketelhuis ook gebouwen waren voor de verzorging en benodigdheden van de militairen zoals een artsenwoning, tandartsgebouw, ziekenhuis, administratiegebouwen en garages.
Groot Heidekamp vormt een prachtig geheel van gebouwen uit de oorlogsperiode die nog in behoorlijke staat verkeren en uniek zijn in hun soort.
Klein Heidekamp
Klein Heidekamp werd net als Groot Heidekamp na de oorlog onderdeel van de luchtmacht.
Ook dit complex was zelfvoorzienend met een verwarmingsgebouw, kantine, bureaus, badhuis en legeringsgebouwen. Het kamp was hoofdzakelijk voor officieren gebouwd en wel voor de piloten.
Klein Heidekamp is als brinkdorp opgezet en rondom de gebouwen is veel cultuurbos aangelegd dat inmiddels dichte vormen heeft aangenomen (fig.199, 208, 209).
Klein Heidekamp is een goed bewaard gebleven complex van gebouwen dat, met uitzondering van de kantine, in authentieke staat verkeerd. Van deze kantine is alleen de kelder overgebleven welke als vleermuisverblijfplaats dienst doet. Het heeft nu de status van beschermd natuurmonument (fig.198).
Nadat defensie besloot om Klein Heidekamp toch maar voor zichzelf te behouden konden de bewoners, voor het grootste deel defensiepersoneel, in de woningen blijven. De woningen die leeg stonden werden bezet door krakers (fig.200, 201, 202). Van afbraak wat de bedoeling was, kwam niets meer terecht vanwege de monumentenstatus waar het terrein onder zou gaan vallen.
Het gebied behoort nu nog steeds aan Domeinen en zodra er een woning leegkomt zet men er de anti kraakwacht in. Dit valt niet in goede aarde bij de bewoners die er al jarenlang wonen en vaak oud militairen zijn (fig.207). Dit valt ook wel te begrijpen toen bleek dat er al twee jaar een hennepplantage aanwezig was waar niemand iets aan kon (wilde) doen.
Aangezien het gebied militair terrein is kunnen de bewoners binnen enkele maanden gesommeerd worden hun huis te verlaten. Deze clausule is in de contracten opgenomen.
Vanuit civiele kringen bestaat er ook belangstelling voor de gebouwen. Zo was er in 1995 het Televisie en Filmspeelgoedmuseum in oprichting (TV Toys), dat belangstelling toonde voor de voormalige officiersmess (fig.194). Zij vonden het gebouw een perfecte plaats om een museum in te richten vanwege het netwerk van wegen, de bus die er stopt en de weinige overlast die deze locatie met zich meebracht voor de omwonenden. De gemeente Arnhem nam een afwijzende houding aan vanwege het feit dat men de buitenrand van Arnhem als natuurgebied in stand wilde houden (Arnhemse courant, 6 september 1995).
Bij defensie bestaan plannen om de Oranje kazerne, waar de Lucht Mobiele Brigade gelegerd is, uit te breiden met delen van Klein Heidekamp.
Hiervoor zou het wachthuisje en een officierswoning weer op de Oranjekazerne komen te liggen (fig.206).
De saamhorigheid van de bewoners van deze kleine gemeenschap is niet zo groot als verondersteld mag worden. De bewoners spreken elkaar nauwelijks en zeggen elkaar hoogstens gedag. Er zijn hier ook geen clubhuizen of iets dergelijks te vinden waar de bewoners contacten zouden kunnen leggen.
Hoewel de meeste gebouwen op Klein Heidekamp een woonbestemming hebben gekregen zijn er ook enkele gebouwen met een andere functie zoals een kapsalon (fig.204), een administratiegebouw, een werkplaats waar de marechaussee hun voertuigen onderhouden (fig.210) en een clubgebouw waar de Nationale Reserve haar onderkomen heeft.
In het voormalige gevechtsleidingscentrum (Geschwader Befehlstelle) stond een matglazen plottafel opgesteld met daarop de kaart van noordwest Europa gegraveerd. Op deze kaart van 2 x 3 meter werden de posities van de vliegtuigen aangegeven.
De Duitsers vernielden de plottafel rigoureus door hem in zo klein mogelijke stukjes te slaan.
Medewerkers van het Museum Vliegveld Deelen houden zich momenteel bezig met het restaureren van de tafel door de scherven op te graven en er weer één geheel van te maken. Hiertoe meet men de dikte van het glas zodat men ongeveer weet waar welk stukje gelegen heeft (fig. 210a).
Fraai opgezet, zie veel terug van vroeger’70-’80 in de tijd dat mijn vader hier zat LLWS op klein heidekamp en voorzitter van de kpl mess op groot heidekamp deze stond op grt hdkp bij de off mess rechts af net voorbij de parkeerplaats aan de rechterkant. heb hier ook nog foto’s van samen met Prins Bernhard. jammer dat je niet meer zo kl hdkp kunt oprijden zoals vroeger via de van maasdijklaan anders zeker nog daar wezen kijken.