Soms kunnen we de reizigers met een klein beetje moeite toch een grote dienst bewijzen.
Op de controleronde van Heerhugowaard naar Schagen kwam ik een natgeregende jongen en meisje tegen die nog geen kaartje hadden. Ze hadden allebei een rugzak en verstonden geen woord van wat ik zei. In het Engels ging het beter en het bleken twee Polen te zijn die diep in hun buidel moesten tasten voor het kaartje. Per persoon kostte het ze 22 gulden boordtarief en ze waren op weg om in Schagen bloembollen te gaan pellen. Ze hadden staan liften maar dit laatste stuk was het onmogelijk een lift te krijgen en waren daarom maar in de trein gestapt. De Polen gaan hier geen bloembollen pellen uit rijkdom. Daarom liet ik de kaartjes maar vervallen en heb ze uitgelegd dat ze de volgende keer beter aan het loket een kaartje konden kopen omdat ze anders wel een stuk duurder uit zouden zijn.
Op diezelfde dag moest ik ‘s avonds ook nog van Arnhem naar Tiel en in de trein bleek een man te zitten die naar Nijmegen moest en in de verkeerde trein was gestapt. De verbinding naar Tiel is een uurdienst en op welke manier hij ook zou reizen, Nijmegen zat er niet meer in. Het enige wat we konden proberen was de tegemoet komende trein oproepen en vragen of hij de reiziger over kon nemen.
Zo gezegd zo gedikkiedaand. Via de boordomroep haalden we de reiziger naar voren en na enkele pogingen kregen we contact met de andere machinist die het geen punt vond om te stoppen en de reiziger over te nemen.
Ergens tussen de weilanden in stopten de twee treinen met de cabines langs elkaar en de reiziger kon precies van de ene in de andere cabine overstappen. Met een tiental keren bedankt voor deze service vervolgden we onze wegen. Met een iets hogere snelheid wisten we de vertraging er weer snel uit te rijden en waren we weer precies op schema.