Het was een lagere school met een klasje van ongeveer 20 kinderen. René mocht foto’s maken en daarna gingen we weer weg. ‘Even nog die trein fotograferen, ik hoor er eentje toeteren’ zei René. Ik vond het meer op een auto lijken en tegelijkertijd ging er een lichtje branden. Hard terug rennen en ja hoor, de bus stond al 10 minuten op ons te wachten. Daarna weer verder richting muur.
De wegen waar we overheen reden waren in prima staat evenals de tunnels, alles was heel modern. Het landschap is erg bergachtig (kaal) en lijkt op dat van Turkije (even dor). Het zijn nog niet zulke oude bergen en dus nog niet erg afgevlakt.
Bij de muur aangekomen konden we niet verder want we kwamen in een file te staan. De muur is een imposant bouwwerk maar het was een drukte van belang daar. Duizenden en duizenden mensen liepen er rond en ook veel Amerikanen. Sinds die Amerikaanse astronaut gezegd heeft dat je de Chinese muur vanaf de maan kon zien loopt het hier storm met Amerikanen (te herkennen aan rare kleren, grote ouderwetse zonnebrillen en fototoestellen).
We kregen 2 uur de tijd om de muur te bezichtigen. Voor de Chinezen is de muur net zo bijzonder als voor ons, daar komt nog bij dat het zondag is dus hartstikke druk en zodoende konden we de muur maar een klein stukje opgaan. Mooier was het geweest als je tijd genoeg zou hebben om een stuk af te dwalen en lekker in je eentje genieten van de omgeving.
Veel souvenirstalletjes en restaurantjes. Hier konden we voor het eerst deze dag wat te eten nemen.
Na de muur verder op weg naar de Ming tombes. Daar was het van hetzelfde laken een pak, ontzettend druk. Hier in de bergen op een kilometer of 40 afstand buiten Peking ligt een gebied dat bezaaid ligt met graven van vroegere keizers. Om er een paar te noemen: Yong Ling, Kay ling, Chang Ling, Ding e Ling etc. Op het laatst zag je door de bomen het bos niet meer met al die Dingelingdongen. ’s Avonds waren we afgepeigerd.
Nog even proberen te bellen en ja hoor het lukte. 8 minuten gebeld voor maar 65 gulden. Na gehoord te hebben dat thuis nog steeds alles goed ging konden we met een gerust hart gaan slapen.
In de morgen eerst even wat geld wisselen op ons vertrouwde adres. Daar bleek niemand aanwezig maar buiten op straat was nog wel een andere ruilliefhebber. Het enige probleem is om een stil plekje te vinden want die zijn er nagenoeg niet. In de openbaarheid ruilen vinden de mensen niets want het blijft een verboden zaak. Dan maar in een winkel, hij had het geld al in pakjes van 100 in zijn jas zitten voor zulke gevallen. Binnen een mum van tijd stonden er wel 20 Chinezen om ons heen om te kijken wat we aan het doen waren en daarom maar vertrokken naar een andere winkel. Daar weer hetzelfde en ons toen maar niets meer van de mensen aangetrokken anders kan je wel aan de gang blijven. Na het wisselen weer op de fiets terug.
Categoriearchief: Geen categorie
Eten
Om 5 uur hadden we afgesproken met dezelfde mensen van gisteren om weer wat geld te wisselen en dan zouden zij een treinkaartje voor ons kopen naar Xian, de vroegere hoofdstad van China waar we heen willen om daar het beroemde terracottaleger te bezoeken. Zij krijgen de kaarten nl veel goedkoper dan toeristen. Daarna praatten we over ditjes en datjes en dat het eten ons zo tegenviel. Volgens hen hadden we in de verkeerde restaurantjes gegeten want er waren best wel goede te vinden en die wilde ze ons wel aanwijzen als we dat op prijs stelden. Het leek René en mij wel een goed idee en we spraken af dat zij dan mee mochten eten en wij betalen, maar het moest wel een echte Chinese maaltijd zijn. Daar hadden de broer en zus wel oren naar want voor hun is een echt goede maaltijd een weekloon waard en voor ons is het maar een schijntje. Gelijk maar naar een goed restaurant gegaan en daar begon men door in het midden van de tafel een grote schaal met garnalen in saus neer te zetten. De garnalen dienden we in het geheel zonder de schil eraf te halen en met ogen en al op te eten.
Daarna kregen we soep met inktvis die nogal groot was uitgevallen en waarvan René dacht dat het zeewier was, totdat ze het ons na de maaltijd vertelden. Het werd één grote slurppartij en we hadden de grootste moeite ons lachen in te houden.
Na de soep kregen we een hete schotel met van alles erin en daarna kwam er een kip op tafel te staan waarvan de kop mee gebakken was en die ons aan zat te kijken. Alles moest met stokjes vanaf het midden gepakt worden wat toch wel gezellig was. Op een gegeven moment kregen we een soort gefrituurde staafjes en daarvan hield je telkens een hard stukje over wat ik niet weg kreeg. Gevraagd wat dit toch was vertelde ze me dat het afgeknipte kippenvoetjes waren waarvan je het eelt lekker op kon peuzelen, maar de nagels niet, dat waren dus die harde stukjes. Na de maaltijd nog thee gedronken en weer teruggegaan naar het hotel waar we vroeg naar bed gingen want morgen maken we een trip naar de muur.
Lekker vroeg opgestaan om te ontbijten (6 uur) maar de eetzaal was gesloten. Dan maar zonder eten de bus in. Peking is een stad van ongeveer 15 miljoen inwoners maar door de dicht op elkaar wonende gezinnen is de stad toch niet buitensporig groot. De buitenwijken bestaan uit grote hoeveelheden torenflats die dicht op elkaar staan en waar vele gezinnen een klein onderkomen hebben. Halverwege zouden we even halt houden bij een grafmonument van één of andere keizer.
Het was niet goed duidelijk hoe laat we weer terug moesten zijn bij de bus maar we dachten 3 kwartier de tijd te hebben. Geen eettentje te zien, dan maar even het dorpje in. Daar was een schooltje waar we door de ramen naar binnen keken. De leraar zag dat en vroeg of we niet even binnen wilden kijken (ter lering en vermaak van de kinderen).
Eetzaal
reclameborden met vooral Japanse artikelen en Peking lijkt in dat opzicht op een westerse stad. Peking is totaal niet te vergelijken met Moskou dat heel erg somber is.
Het opbellen naar Martina is telkens een groot probleem. Verschillende keren heb ik het nu al geprobeerd waarvan ook een keertje vanuit Moskou en het wil maar niet lukken. `s Ochtend kan je niet bellen want je moet rekening houden met het tijdsverschil van 7 uur en ’s avonds is het voor de Chinezen weer te laat. Dan blijft er alleen `s middags over en dan is er geen doorkomen aan. Uren en uren heb ik al gewacht om doorverbinding te krijgen en het lukt maar niet.
De volgende dag rustig aan gedaan en begonnen met een ontbijt. Het ontbijt wordt gegeven in een grote eetzaal waar je zelf je ontbijt bij elkaar moet zien te sprokkelen. De Chinezen gaven er een gekookt eitje bij en ze proberen dat op de Europese manier te doen maar dat lukte niet erg. Een Amerikaanse toeriste was schijnbaar al een beetje te lang in China want die flipte helemaal uit tegen het personeel. Ze schreeuwde en ging tekeer en het personeel wist niet waar ze kijken moesten. Het was een beschamende vertoning daar in die eetzaal.
Er zijn trouwens wel meer geflipten hier. Zo loopt er ook een Amerikaan met bijbels te leuren, kan je nagaan hier in China, de mensen weten totaal niet waar hij het over heeft.
Het hotel bestaat uit een gedeelte waar je in grote zalen of in tweepersoons kamers kunt slapen en bovenin wonen allemaal Chinese families met kinderen en al. Daar is ook een zaaltje met een tv en ’s avonds kijken alle families daarnaar in dikke rijen en op de grond gezeten.
Na het ontbijt lekker gaan fietsen. Bij een van de vele parken naar binnen gegaan en daar waren honderden en honderden kinderen die kennelijk met schoolreisje waren. Een paar maal werden we gevraagd of we met ze op de foto wilden, dan hadden ze thuis wat te vertellen zeker.
In de middag hebben we het Beihai park bezocht wat wel een bedevaartsoord leek zo veel mensen waren er met bussen uit alle windstreken.
De Chinezen zijn helemaal wild van het fotograferen van elkaar. Ze gaan dan uitgebreid poseren met op de achtergrond een of ander beroemd gebouw. En als René ergens naar staat te kijken zie je de persoon die gefotografeerd moet worden heel langzaam opschuiven tot waar René staat en dan wordt er pas afgedrukt zodat hij er ook bij opkomt.
Met de fiets kwamen we bij de verboden stad die voor een aantal jaren terug nog echt verboden was voor de gewone mensen en waar de keizerlijke familie leefde. Nu reden we met fiets en al over de binnen de ommuring liggende straten en konden overal een kijkje nemen.
Buiten de verboden stad kwamen we terecht op het grote Tien a Min plein oftewel het plein van de hemelse vrede waar de foto van Mao aan de muur hangt en altijd het defilé gehouden wordt.
Fietsen
Na een flink stuk lopen vonden we het bureau en kregen een hotel toegewezen dat aan de rand van de stad ligt. Met de bus ernaar toe en dan eindelijk eens na acht dagen onder de douche.
`s Middags eerst een hapje eten en dan proberen of we een fiets kunnen huren vanwege de nogal grote afstanden die bijna niet per voet zijn af te leggen.
Een klein restaurantje ingedoken waar het eten er nog wel behoorlijk uitzag. Daar werden we aan een tafel gepoot waar al twee Chinezen aan het eten waren en die flink zaten te smakken en te slurpen.
Het eten bestond uit kleffe rijst met een kommetje vet vlees en er stonden een meter of vier van ons tafeltje vandaan twee dienstertjes, een dikke man die hoogstwaarschijnlijk de eigenaar was en de vrouw van achter de kassa, naar ons te kijken. De man probeerde het ons vreselijk naar de zin te maken door steeds maar weer naar ons toe te komen en vragen of we nog wat hebben wilden. René had net een stukje vet vlees in zijn mond toen de man opeens begon te rochelen en een vette fluim op de grond spuugde waar hij vervolgens bovenop ging staan als was het een stuk ongedierte. We kwamen niet meer bij van het lachen en van het eten hoefden we ook niets meer. Hij zal wel gedacht hebben wat een gekke lui.
René had trouwens toch al veel bekijks met zijn punkbroek en zijn staartje, overal zag je de mensen hun hoofd omdraaien en met hun vingers wijzen.
Bij het fietsverhuurkantoortje werkte een meisje dat Duits sprak en na de afhandeling vroeg ze of ze nog wat van ons toeristengeld kon krijgen waarna wij 1,5 maal zoveel Chinees geld terug zouden ontvangen. Dit ruilen moest stiekem bij haar thuis gebeuren met haar vader en moeder erbij. In China zijn speciale winkels waar je alleen met buitenlands geld kunt betalen. Hier kan je tv’s, radio’s of koelkasten kopen en dit wordt gedaan om buitenlandse valuta binnen te krijgen. Voor ons was het een mooie kans om eens een Chinees huis van binnen te bekijken. Het zijn erg kleine maar wel schone kamers met in de ene hoek een potkacheltje en in de andere een bed met radio en een gasstelletje. De hele buurt bestond uit niets anders dan van dit soort ruimtes met kronkelige steegjes en af en toe een winkeltje. Alle bewoners zaten, lagen of stonden buiten.
Na het wisselen zijn we aan het fietsen geslagen en kwamen klem te zitten tussen duizenden en duizenden fietsers die in rijen van wel 7 dik door elkaar heen krioelden. Als de mensen over wilden steken stapten ze de straat op en voetje voor voetje liepen ze naar het midden terwijl de fietsers voor en achter hen langs reden, er is bijna geen doorkomen aan.
De voetgangers hebben met het oversteken meer last dan wij in Holland op een drukke rijksweg.
Na de nodige omzwervingen en één keer totaal verdwaald te zijn kwamen we weer terug in het hotel waar René ijverig op jacht ging naar ongedierte dat helemaal niet aanwezig was, maar ja, je leest wel eens wat niet dan? Het aantal winkels in Peking is beduidend hoger dan in Moskou en er zijn ook veel meer handelaren langs de kant van de wegen. Ook staan er overal
Peking
als in Duitsland. Ook de snelheid doet niet onder bij die van Europa, nl 130/ 140 km/h.
Op een of ander station hadden we 7 minuten de tijd om foto’s te maken wat niemand verbood terwijl er wel een politieagent bijstond. Aan de overkant op het perron stonden een stuk of acht jongelui naar ons te kijken en toen we de hand naar ze opstaken liepen ze giechelend weg en bleven ze om een hoekje naar ons staan gluren.
Op weer een ander station gingen we samen met het groepje Zweden even het perron op en binnen een mum van tijd stonden er ongeveer een stuk of honderd Chinezen vanachter het hek naar ons te kijken. Niets werd er gezegd en toen we weer weggingen durfden ze pas te zwaaien. We voelen ons net apen in een dierentuin.
Ik snap trouwens zowiezo niet waarom die Zweden met de trein gaan want die lui liggen de hele dag op bed en zien totaal niets van het land. Alleen op de stations gaan ze er soms even uit en dan weer snel naar binnen. Het lijkt me dat zulke mensen beter met het vliegtuig kunnen gaan.
Het is nu ’s avonds en de trein stopte op het laatste station voor Peking waar we morgenochtend om 6 uur zullen aankomen. Het is nog steeds een ramp om over het perron te lopen want in een oogwenk heb je allemaal starende mensen om je heen die je aan alle kanten bekijken. Heel af en toe is er eentje die wat durft te zeggen en die is bij zijn vrienden dan gelijk de held van de dag. Ik hoop toch wel dat ze in Peking wat meer gewend zijn anders heb je er ook weinig aan.
René en ik probeerden een paar keer van het station af te komen maar bij de uitgangen word je door een agent toch vriendelijk weer terug verwezen.
Aan de begeleidsters hebben we een fles champagne gegeven die we van onze laatste roebels gekocht hadden, daar zijn we nu dus ook van af.
Het is nu kwart over zes van de achtste en laatste dag in de trein. Sinds een half uur heb ik mijn bed verlaten want als het goed is arriveren we over een half uurtje in Peking en het mooiste moment, het binnenrijden van een stad mag je toch niet missen.
Bed afgehaald en opgevouwen, aangekleed en afwachten maar. Langzamerhand wordt de bebouwing dichter en dichter en ja hoor, daar zie je al groepen Chinezen bezig aan hun ochtendgymnastiek.
De stad is laag gebouwd, de huizen staan zeer dicht op elkaar en het krioelt er van de mensen.
Op het station aangekomen willen de Zweden nog een groepsfoto en dan op naar het bureau van de Cits, waar we moeten wezen om een hotel te kunnen reserveren. Eerst maar even op het stationsplein vragen waar we dat bureau kunnen vinden, er liggen/ staan/zitten toch gauw enkele honderden mensen voor het station te wachten en er kan vast wel iemand Engels. Na veel zoeken vonden we er een en binnen enkele minuten stonden we ingesloten door zeker 40 Chinezen die ons allemaal zaten aan te staren.
Belangstelling
Hoogstwaarschijnlijk doen ze dit om het wisselen op de zwarte markt tegen te gaan. Dus het is zaak om zo min mogelijk te wisselen en de rest in Peking.
De winkeltjes op het station zijn overvloedig vol met ook westerse artikelen en de Koreanen konden hun lol op. We hebben onze eerste Chinese maaltijd gehad in het nu Chinese restauratierijtuig.
Het verwonderde ons dat er zoveel dingen te krijgen waren in vergelijking met Rusland terwijl de Chinezen toch zeker niet welvarender zijn. Afijn, het smaakte uitstekend en we konden de Chinese eetlessen in Holland goed gebruiken want alles wordt gedaan met chopsticks.
Kleine Gorbatsjov wordt op handen gedragen door de Chinezen en hij kan nog goed overweg met zijn sticks ook. Alleen moeten we een beetje oppassen want we missen soms dingetjes zoals een zakmes of ballpoint en die vinden we dan weer terug in zijn coupé.
De zevende dag. Wakker geworden op een station waar we enkele minuten oponthoud hadden. Snel aankleden en voor het raam naar buiten kijken waar ik een stuk of zes Chinezen zag die vrolijk terug begonnen te zwaaien toen ik mijn hand opstak.
Er kwam met een geweldige vaart een stoomtrein binnenrijden volgestouwd met reizigers en hij kwam precies op de goede plek tot stilstand nl met de bagagewagen bij de post, een knap staaltje remkunst.
Lang hield ik het niet vol daar bij dat raam want aan de andere kant van het perron werd de belangstelling voor mij zo groot dat ik me maar snel terugtrok. René zal het nog moeilijk krijgen met zijn punkkleren.
Het landschap is nog hetzelfde gebleven, heuvelachtig, kaal en dor. Af en toe passeren we huisjes die nu gemaakt zijn van leem en baksteen en de dorpjes vallen in het geheel niet op in het landschap. Tussen de dorpjes liggen allemaal bewerkte velden met daartussen veel lopende en fietsende mensen. Als de trein langskomt houdt praktisch iedereen op met werken en gaan uitgebreid naar de trein staan kijken. Als je dan je hand opsteekt roepen ze naar elkaar en beginnen lachend te zwaaien. Ook gaan er veel mensen in de houding staan terwijl het geen militairen zijn.
Langs de spoorbaan zie je overal gegraven vierkante gaten van ongeveer 5 x 5 meter. In het begin dachten we dat het wel schuttersputjes voor groepen waren, maar hier zo ver van Rusland lijkt ons dit idee toch wel overdreven. Na veel heen en weer gepraat met de twee Russische begeleidsters (die meegaan tot Peking) kwamen we erachter dat het kleigaten zijn die de mensen gebruiken om hun huizen mee aan te smeren. Aangezien de velden allemaal bebouwd worden gebruiken ze alle lege plekjes die ze nog kunnen vinden en dat is vaak langs de spoorbaan.
Het is inmiddels negen uur en René is met geen stok wakker te krijgen, die kan slapen als een os.
De trein schud een stuk minder dan in Rusland, maar het ballastbed is ook 1,5 meter dik met daarbovenop dezelfde betonnen dwarsliggers
China
Wanneer ik vroeg wakker ben geworden kan ik niet meer in slaap komen omdat steeds maar het idee door mijn hoofd spookt dat je nu moet genieten van het landschap en het zonde is om je tijd te verslapen omdat je deze trip misschien maar één maal maakt. Zodoende lig ik nu uit het raam te kijken om 6 uur in de morgen en zie een rivier vol met ijsschotsen.
Af en toe komen we door leuke kleurige dorpjes en de trein fluit dan als ik weet niet wat. Het is een soort stoomlocomotief fluit met een hoge toon en een met een lage toon zoals een scheepstoeter. De machinist gebruikt deze zowat de hele tijd wat geen wonder is want overwegen kennen ze hier bijna niet en iedereen loopt over het spoor.
We hebben de splitsing van de transsib in de richting van China gehad en rijden nu dus zuidwaarts om Mongolië heen. De boomgrens is gepasseerd en het landschap is kaal en enkel nog begroeid met dor gras.
De grens met China kan niet meer ver weg zijn want op de glooiende hellingen zie je als je goed kijkt kanonlopen die als het ware uit de hellingen steken en in de richting van China wijzen.
Bij de grens aangekomen werd er zeer streng gecontroleerd door de Russische douane en wat bleek?, ons visum was één dag verlopen. René en ik werden meegenomen naar het stationsgebouw waar we te horen kregen dat we moesten wachten. Dit wachten liep uit tot 3 uur waarna we nog steeds zonder paspoort naar de trein terug moesten, papieren invullen en daarna bagagecontrole kregen. Mijn filmcamera ging door alle handen en overal kon je een goedkeurend gemompel horen toen ze er doorheen keken. De boeken werden gecontroleerd en daarna de folders van de route.
De trein werd hier trouwens ook weer van andere truckstellen met de Europese maat voorzien, maar door al dat paspoortgedoe konden we niets filmen wat hoogstwaarschijnlijk toch wel niet gemogen zou hebben op een grensstation. Even later kwam er nog een ploeg mannen de daken in de coupé losmaken en kregen we wonder boven wonder onze paspoorten weer terug. Hierna konden we onze reis weer vervolgen op nieuwe wielen in een nieuw land. Wat een verandering!! Grote chinezen komen de trein in en ze praten vloeiend Engels en daarbij lachen ze ook nog. Net over de grens zijn we een Chinees station binnengereden waar het nog vol staat met stoomlocomotieven. Er komen op zijn minst net zo veel douane autoriteiten in de trein als in Rusland, alleen hier zijn ze veel vrolijker en kan je nog eens een grapje maken waar ze nog om lachen ook (dat hoefde je in Rusland niet te proberen).
Op het station zijn grote luidsprekers geplaatst waar vrolijke muziek (Westers) uitkomt en iedereen lacht. Het lijkt wel of ze het doen om het verschil met Rusland nog eens te onderstrepen. De trein zou 100 minuten blijven wachten om de reizigers de gelegenheid te geven om geld te wisselen en dit was nog net niet verplicht.
Baikal meer
Over en uurtje of 2 komen we aan bij het Baikal meer en we verheugen ons er al op. Dit meer is het diepste ter wereld (1620 meter) en bevat ongeveer één vierde gedeelte van al het zoete water dat er op de wereld te vinden is. Wanneer je er iets wits in gooit dan zie je het nog tot op een diepte van 40 meter zo helder is het. Ik weet alleen niet of dat witte een koelkast moet zijn of een muntje.
Nu is het weer 2 uur later en van de helderheid zie je niet veel want het meer is één grote ijsvlakte met hier en daar iemand die op de Eskimomanier aan het vissen is. De trein rijdt tijden langs de rand van het meer en af en toe passeren we een houten dorpje. Er werd weer van lok gewisseld en de machinist waar we de foto’s van mochten maken wees naar zijn pet en naar het embleem daarop en daarna weer naar ons. We zeiden da,da, en hij trekt het embleem van zijn pet en geeft het ons. Daarna wees hij op zijn jas waar nog een gevleugeld wiel op zat, trok het eraf en gaf hem aan René. Dat was de eerste niet sacherijnige Rus die we zagen.
In de trein is ook nog een aparte radiohut die bemand is door iemand en waar je cassettes kan laten afspelen. Het enige dat je de hele dag hoort op deze treinradio is operamuziek. René bracht er zijn muziekcassette heen en zowaar wilde de man hem nog draaien ook. Dat was voor de eerste keer dat Kozakken, Mongolen en Koreanen punkmuziek hoorden. De diskjockey vond het zo leuk dat hij ons een pakje ansichtkaarten gaf van de transsib.
De stadjes zien er hartstikke leuk uit met hun houten huisjes en we zagen onze kans schoon om toen we weer ergens stilstonden van het station af te gaan en een ommetje te maken langs deze huisjes. Heel mooi en na 10 minuten kwamen we weer terug op het perron achter 2 soldaten die de wacht hielden zodat er niemand weg kon.
Hun monden vielen van verbazing open toen we van achteren langs hen heen liepen maar zeggen deden ze niets.
De zesde dag. Om zes uur in de morgen stonden we stil in Sjita en als alles goed gaat komen we vanmiddag zes uur bij de Chinese grens.
Gisteravond is er in onze coupé een grootmoeder plus een vrouw en haar dochtertje (die precies op Julia lijkt) bijgekomen. Met veel heen en weer wijzen zijn we erachter gekomen dat ze in een plaatsje één nacht en een halve dag verderop er weer uit moeten. Ze hadden de grootste moeite om de kaart te lezen, iets dat ons bij andere Russen ook al opgevallen was en we kwamen er achter dat het komt doordat zij alleen maar plaatsnamen kennen in het Cyrillische handschrift.
Dwars door Siberië
Het is vandaag de vijfde dag.
Wakker geworden door het keiharde geschreeuw van de moeder van Gorbatsjov en even later horen we hem huilen. Dit is weer eens wat anders dan gewekt worden door een wekker. Eerst maar weer een kop `tai’ nemen.
Gisteravond is het nogal laat geworden omdat er een Zweed jarig was en dat moest gevierd worden met champagne. We hebben heel wat afgelachen. Ze begonnen met moppen te vertellen en daarna kwamen de Viking spelletjes zoals zij dat noemden aan de beurt. Halverwege de avond moesten we één coupé opschuiven aangezien de Russen begonnen te klagen, die willen altijd vroeg naar bed.
De wagon is zo’n beetje verdeeld in 2 groepen, één van Moskou tijd aanhangers en één van lokale tijd aanhangers. We doen ons uiterste best om dat verschil op te heffen maar het lukt eenvoudig niet om te gaan slapen als het pas 23 uur is. Meestal liggen we dan nog een uur of 3 uit het raam te kijken naar het voorbijglijdende landschap.
Nog een uur rijden en we zijn in Irkutsk. Over luchtverontreiniging gesproken. Je ziet hier enorme hoeveelheden rook van allerlei soorten en kleuren de lucht ingaan, uitgespuugd door een woud van fabrieksschoorstenen. De zware industrie van Rusland is hiernaar toe verplaatst in en na de 2e wereldoorlog om de Duitsers te ontlopen en om dit gebied meer bij Rusland te betrekken. Men stuurde duizenden arbeiders en studenten deze kant op. Dit kwam Rusland wel beter uit ook want de grondstoffen liggen hier voor het oprapen zodat men deze niet richting westen hoefde te verplaatsen.
Het landschap is weer behoorlijk vlak, de sneeuw weg en de weggetjes zijn een en al modder.
In al die 6 duizend kilometer hier naar toe heb ik hooguit 3 asfaltwegen gezien, voor de rest was het allemaal modder, modder en nog eens modder. De boerderijtjes hebben ook geen grasveld er omheen, ook hier alles modder. Het lijkt me ook een onmogelijke zaak om met deze permafrost goede wegen aan te leggen. Alleen de bovenste laag grond dooit, daaronder blijft alles bevroren.
Wat je ook vaak ziet zijn groene vrachtauto’s, ze kennen alleen maar 2 kleuren, groen en rood. Dit zal ook de reden zijn dat men in het Westen denkt dat alles hier militair is terwijl in de meeste wagens normale arbeiders zitten.
Zo, even een kwartiertje pauze gehad in Irkutsk om kolen te laden. Er is een Noord Koreaanse filmploeg aan boord en die zie je dan iedere keer in hun blauwe trainingspakken over het perron rennen. De Russen kijken dan hun ogen uit.
René is de locomotief aan het fotograferen en ik neem de kans waar om even binnenin te kijken, maar praten kan je niet en de communicatie moet met handen en voeten gebeuren. De cabine zag er ouderwets uit en leek een beetje op de bij ons rijdende 1200 serie. De machinist vond het prima toen René aanstalten maakte om hem achter zijn stuurtafel te fotograferen, een aardige man.
Gorbatsjov
want de stations en treinpersoneel blijven allemaal de Moskouse tijd aanhouden terwijl de mensen in de steden en dorpen een heel andere tijd hebben.
Net ben ik behoorlijk geschrokken, wat was nl het geval? In de coupé naast ons hadden de mensen een Russische geweerpatroon gevonden die daar op onverklaarbare wijze was blijven liggen van een vorige reis. In de trein is ook zeer goede Krim Champagne te krijgen die net in de coupé met een knal ontkurkt werd toen ik de patroon zat te bekijken, ik schrok me wezenloos. Gelijk voor de schrik ook maar een paar flessen aangeschaft want het is de enige manier om je roebels op te maken, het eten in de trein is nl spotgoedkoop maar wordt wel steeds minder van kwaliteit.
Vanmiddag wilde een Zweed een foto van het station van Omsk maken maar gelijk was er een Russische militair bij die zijn hand voor de camera hield en hij had nog geluk dat zijn filmpje er niet werd uitgetrokken zoals al een paar maal gebeurd is.
In onze wagon zit ook een familie uit Mongolië met een zoontje van 5 jaar. We hebben hem Gorbatsjov gedoopt naar de Russische president en hij lijkt er nog op ook. Hij kan alleen nergens van afblijven en verblijft het grootste deel van de dag in onze coupé. Je hoeft hem alles maar één maal voor te doen, bv hoe een walkman werkt en hij kan het ook.
Gisteravond laat wilden we gaan slapen maar hij kwam steeds maar weer terug en deed de lichten dan weer aan. Op een gegeven moment werden we het zat en wachten hem op met een deken die we, toen hij binnenkwam, over hem heen gooiden zodat hij gillend wegrende en de hele wagon wakker maakte. Die avond hebben we hem niet meer teruggezien.
Weer is er een nieuwe dag aangebroken, de vierde. We zijn op weg naar Krasnojarsk en dat is nog niet op de helft. Het is hier al wel een stuk heuvelachtiger en in plaats van alleen maar berken zijn er ook dennen en sparrenbossen.
Vannacht zijn we de kruispuzzel rivier nl de Ob gepasseerd en hij was behoorlijk breed.
Sneeuw ligt er praktisch niet meer en de snelheid van de trein is geslonken tot zo’n beetje 80 km/h terwijl die eerst toch zeker wel 140 was.
Herhaaldelijk ben ik op een station naar voren gelopen om te vragen of we een kijkje mochten nemen bij de machinist maar we zijn er nog niet één tegengekomen die een andere taal sprak als Russisch en daar schiet je niet veel mee op.
Telkens als je naar voren loopt ben je niet alleen want dan staan er opeens één of twee politie agenten naast je om te kijken wat je uitvoert. Van het station afgaan is ook niet mogelijk. Buiten de tijd (de trein blijft bij de grotere stations een kwartiertje staan waar dan in iedere wagon kolen geladen worden voor de verwarming) krijg je ook geen gelegenheid door de agenten die steeds njet zeggen als je van het perron af wil.