Het is nu 9 uur en avond. Moegelopen van de geweldige afstanden hier. Teheran is een stad van 13 miljoen inwoners en akelig groot. De mensen wonen niet in kluitjes op een klein kamertje zoals in veel Derde Wereldsteden. Er is hier een boekwinkelbuurt net zo goed als dat er een geiserbuurt en een auto-onderdelenbuurt is. Daar kocht ik een paar ansichtkaarten die ik verder in de hele stad nog niet ben tegengekomen. Ik had geen geld genoeg en moest geld wisselen bij de bank. Neem maar mee en betaal een andere keer zeiden ze. Bij de bank kon ik mijn travellers cheques niet inwisselen omdat ze in
dollars waren en de bank mocht geen imperialistisch geld aannemen, alleen Engelse ponden of Duitse marken. Dan maar gewisseld bij de straatwisselaars die vanzelf wel naar je toekomen.
Een stuk met de bus gereden in het razend drukke verkeer. De mannen moeten voorin en de vrouwen zitten achterin. Er rijden hier ontelbare oude auto’s waar soms wel zeven personen inzitten en die overal heen crossen. Je kan ze aanhouden en ongeveer de richting nemen die je op moet en dan weer overstappen. Het is spotgoedkoop, alleen moet je wel de taal kennen anders heb je er niets aan.
Het grote probleem voor mij is hier dan ook het schrift, overal is alles in het Arabisch aangegeven en daar kan je geen kant mee op. De straatnamen op mijn landkaart zijn Engels zodat je geen touw kunt vastknopen aan de bewegwijzering.
Al twee keer in gesprek geraakt met mensen die graag naar het westen willen maar daarvoor een uitnodiging moeten hebben, anders mogen ze het land niet uit. Ik ga maar eens vroeg naar bed want wil morgen richting Isfahan gaan, een mooie stad en een stukje dichter in de richting Pakistan. Maar eerst nog maar eens een sandwich met een flesje sinas nemen bij een restaurantje langs de weg.