Om half 8 de trein van Thessaloniki naar Istanbul genomen. Het is een reguliere trein en er zitten praktisch alleen maar Grieken in die van dorp naar dorp reizen. We komen door vlakke gebieden maar ook doorbergachtige waar we langs hoge
rotswanden rijden evenwijdig aan een rivier. De mensen zijn overal toch hetzelfde, ze zijn trots op hun land en willen de toerist daar graag in laten meedelen. Ik had al wel gezien dat het mooi werd met diepe ravijnen, snelstromende rivieren en hoge bergen maar bleef obstinaat in mijn tijdschrift lezen. De twee dames aan de overkant van het gangpad gingen
eerst een beetje harder praten en begonnen langs mij heen naar buiten te wijzen, m.a.w. let toch op kerel hoe mooi het hier is, toen dat niet hielp stonden ze allebei op en gingen voor me staan, uitgebreid naar buiten wijzend en ratelend. Een oudere man ging zich er ook mee bemoeien en ze stootte me nog net niet aan. Ik ging ook mee kijken en ze waren reuze trots. Toen ik een foto maakte begonnen ze te glunderen en elkaar aan te stoten en kon ik niet meer stuk bij ze. Ik had drie geografische tijdschriften meegenomen, maar tot nu toe heb ik nog totaal geen tijd gehad om er in te kijken, ik ben druk met niets doen. De mensen praten veel met elkaar. Ze kennen elkaar niet maar na enige tijd zitten ze toch
naast elkaar en praten. Dit was in Joegoslavië ook alzo en zie dat bij ons niet zo snel gebeuren. In Joegoslavië vertelde een man me dat ze altijd maar over politieke zaken spraken en daar had hij zijn buik van vol. Ahh politiek, politiek riep hij uit zijn beide armen omhoog werpend, nieks good, nieks good.
Onderweg kwam er een man van een jaar of 65 bij me zitten en ik dacht eerst dat het een Griek was, maar het bleek Charlie een Australiër te zijn die al zes maanden aan het rondtrekken was. We konden goed opschieten met elkaar.
In een klein Grieks dorpje moesten we overstappen op een zeer smerige Turkse trein (een lok met twee wagens) en moesten allemaal tien dollar visum betalen (behalve Charlie). Ik betaalde met 20 dollar maar de man had niet terug en gaf me mijn pas en geld terug en zei dat hij zo terug kwam om het te wisselen. Toen hij weer kwam was ik er niet (op de wc) en hij ging van de trein af. Zo reis ik nu zonder visum en zie wel wat er van komt. We rijden met de ramen wijd open en hangen eruit maar niet voor lang,want we rijden langs een riviertje en dat is net een open riool zo stinkt het.
Van mijn treinkaartje hebben ze in Utrecht maar een rommeltje gemaakt, er klopt niet veel van. De conducteur kijkt er naar en snapt er niets van. Dat kan best kloppen want er staan plaatsnamen op die ik op de landkaart niet kan vinden. Morgen maar even op het station van Istanbul navragen. De conducteur ziet dat ze wel officieel zijn en zal het verder worst wezen.
Bij de Griekse grens kreeg een Turkse jongen van een jaar of 25 flink wat klappen en werd hij de wc ingefrommeld. Net even met hem wezen praten en het blijkt nu dat zijn vrouw en kind in Griekenland zitten en hij daar ook heen wilde. Hij had een geldig visum maar de Griekse douane vond van niet en weigerde hem. Toen schold hij ze uit met een vechtpartij als gevolg.
Tussen de Grieken en Turken botert het niet zo aangezien ze allebei recht denken te hebben op Macedonië en voor Cyprus geldt hetzelfde. Er zijn daardoor veel militairen aanwezig in het grensgebied.
’s Avonds laat in Istanbul aangekomen en met vijf man in een taxi gepropt en een hotelletje gezocht. Ik slaap met Jason, een Amerikaanse jongen op één kamer en hij had zijn huis en werk opgegeven en reist nu al drie maanden rond maar gaat over vier dagen terug naar de U.S.A.