Zonder problemen weer het vliegveld op gekomen en van daaruit ging het verder met een grote jumbojet. Het lijkt wel een balzaal. Het naar buiten kijken vind ik altijd een aangename bezigheid maar er werd een film vertoond dus alle gordijnen moesten dicht. Dat was balen want het was een verschrikkelijk oude Amerikaanse film en niet om aan te zien. Na de film kregen we weer een maaltijd en drinken, de derde vandaag.
Het gekke van het hele geval is dat we eerst naar Seoel gingen en nu gaan we net zo hard weer terug en via Arabië naar Zurich. We zaten in een niet rook afdeling d.w.z. precies boven de vleugel omdat daar de brandstof inzit. Dit is dus weer duidelijk in het nadeel van de niet roker die veel minder van de aarde kan zien. Toch hebben we vannacht nog een prachtig onweer van bovenaf kunnen bekijken. Na dit onweer volgde India en kon je voor de kust een paar olieboortorens met hun affakkel installaties zien.
Midden in de nacht gingen opeens de lichten weer aan en riepen ze om dat het 22.30 uur lokale tijd was en dus weer tijd voor een hapje en een drankje.
Het slapen op zo’n stoel is een zware aangelegenheid, je weet op het laatst niet meer hoe je zitten moet. Dan is er ook nog de latente aanwezigheid van de spanning van hoe het nu zal zijn met Martina en de kinderen die het slapen er niet eenvoudiger op maken.
Inmiddels hebben we ook nog een tussenlanding in Bahrein en Mekka gehad waar René trouwens een onbedwingbare lust had om de heilige steen te gaan bekijken. De totale vliegtijd zal ongeveer 30 uur kosten en je wordt er een stuk gammeler van als met de trein.
In Zurich bleek ons overstapvliegtuig vol te zitten met een groep Amerikanen en moesten we met een KLM toestel verder naar Schiphol. De bediening was hier nog beter en wat ons de hele weg nog niet gelukt was lukte hier wel, n.l dat we voorin mochten rondneuzen. Een leuk gezicht en ik heb de piloten maar uitgenodigd om eens bij mij in de trein te komen kijken.
Na een vlucht van anderhalf uur landden we op Schiphol en werden opgewacht door familie en kennissen.
Categoriearchief: Transsiberië-express
Terug
Zo, vandaag de laatste dag in Hong Kong. Gisteravond is het nog erg gezellig geweest op de kamer. Er lagen jongens uit Australië, Amerika, Duitsland en een Fransman. Dit is wel de manier om talen te leren. Voor het eerst kon ik een beetje Frans praten en het ging tamelijk slecht omdat je praktisch alles in het Engels gewend bent. Over het algemeen heb ik de hele reis niets aan mijn Frans gehad behalve 1 maal in Moskou.
Australiërs vind je veel in Hong Kong en die zetten over het algemeen flink de bloemetjes buiten. Ze hebben eigen barretjes en lopen de hele dag met potten bier. Voor hen is dit een thuiswedstrijd zo dicht bij huis en ze komen hier om flink de bloemetjes buiten te zetten zoals de Hollanders in Spanje doen.
In de stad hebben we ook nog een Hollander ontmoet, een zekere meneer Janssen en hij is hier om de laatste nieuwtjes op elektronica gebied te bekijken. In Holland presenteert hij het radioprogramma hobbyscoop. Met hem zijn we nog enkele elektronica winkels in geweest en hij gaf ons een uitnodiging om de studio eens te komen bezoeken.
In de jeugdherberg is nu ook een Belgische jongen aangekomen en daar kan je wel mee lachen. Hij vertelde ons ook dat hij voor het eerst sinds 2 weken weer een andere belg had ontmoet waarop René vroeg of hij soms in de spiegel had gekeken. Dat was brullen natuurlijk en hij het hardst.
In de avond naar de avondmarkt geweest. Een kolossaal grote markt waar ook veel gegeten werd en waar muzikanten speelden. Je kon er ook je gebit laten verzorgen, haar knippen of gokken op z’n Chinees.
Zo, vandaag is de afreis dag. Om 8.20 uur moesten we op het vliegveld zijn maar dat lukte natuurlijk niet want de bus liet op zich wachten en kwam een kwartier te laat.
Na het opstijgen maakt het vliegtuig gelijk een draai om tussen de bergen door te komen en heb je tegelijkertijd een mooi uitzicht over de stad. Pal daarop begon men met het uitdelen van de maaltijden. Zo’n goede hadden we nog niet gehad. Na een tussenlanding op Taiwan ging het verder naar Korea. Weer een uitgebreide maaltijd, de tweede vanmorgen. In Seoel moesten we 4 uur wachten op het volgende vliegtuig. De douane gaf geen toestemming de hal te verlaten, maar het is toch te gek dat je zo dicht bij een stad er niet even uit kan om de boel te bekijken. Dan maar via de nooduitgangen proberen.
We zitten hier denk ik in een soort buitenwijk met laagbouw en veel armoedige huizen, nog net geen krotten. Wat een verademing na Hong Kong. De mensen lachen weer en kijken vrolijk. Hier lagen opeens ook volop aardbeien op de markt maar ik had niet gewisseld dus die gingen mijn neus voorbij. Er was ook een grasveld met in een halve cirkel allemaal houten afdakjes van waaruit mensen bezig waren golfballetjes het veld op te slaan.
Aberdeen
De neon verlichting is hier prachtig maar het knippert niet zoals in andere steden. Dit is wettelijk vastgelegd om de piloten niet te misleiden aangezien het vliegveld midden in de stad ligt. De vliegtuigen vliegen werkelijk tussen de flatgebouwen door, maken een bocht en landen op een enkele landingsbaan die half in het water ligt. Deze dag zijn we met de bus naar Aberdeen geweest en dit is iets buiten Hong Kong waar vele flatwoningen staan voor de middenklasse en waar een haven is voor de jonken. Om een mooi beeld te krijgen hebben we een berg beklommen met prachtig uitzicht over de baai en stad. Met de bus kwamen we ook langs de kust met de naam big waves maar grote golven hebben we niet gezien. Wat me zeer verwonderde is dat er genoeg water (warm) en een goede wind voorhanden is om te surfen maar toch zie je het niemand doen. In Holland zou je met deze weersom-standigheden al snel honderden surfers op het water hebben. Misschien zijn er veel haaien hier.
Van de berg af ging een stuk moeilijker dan erop. René zag het op een gegeven moment niet meer zitten want het pad werd steeds smaller en dichter begroeid. Na een uur klauteren kwamen we bij een stel nissen hutten terecht waar we verwelkomd werden door een stel blaffende honden, de beschaving was nabij en ons leed geleden.
Tot onze grote verbazing kwamen we erachter dat er in de jeugdherberg ook nog een zwembad aanwezig was waar we tegen betaling van een rijksdaalder gebruik van konden maken. Alles is hier schrikbarend duur. Een kopje chocolade kost bv 2,50 en een klein broodje 3 gulden, dat is erg veel voor een jeugdherberg.
`s Avonds gegeten in een restaurant maar het eten is over het algemeen nogal flauw dus veel sambal er op met als gevolg een flinke dorst. Op zoek naar iets waar we wat konden drinken belandden we in een Chinese discotheek. Een biertje kostte hier 5,50 gulden en dat is nog wel schappelijk hier. In het midden van een grote zaal draaide er een schijf waarop een band speelde. Een dansvloer met allerlei lichteffecten was er ook maar geen mens die danste. Iedereen zat en bleef aan zijn tafeltje zitten, jongens bij jongens en meisjes bij meisjes. Na een uurtje hadden we het wel gezien en gingen maar weer terug. Halverwege konden we niet verder, er was een overval gepleegd op een juwelier waarbij 9 gewonden waren gevallen. Dit kon ook eigenlijk niet uitblijven met al die rijkdom hier. Overal in de stad staan er overdag gewapende particuliere bewakers bij de banken en juweliers geposteerd. Op de een of andere manier zal dat wel nodig zijn vanwege de criminaliteit denk ik maar het blijft een vreemd gezicht al die cowboys.
Hotel
Vandaag met de boot naar de overkant geweest. Hong Kong ligt op een aantal eilanden en er zijn bootverbindingen plus een tunnel voor de auto’s en metro. Aan de overkant staan de grote kantoorgebouwen en financiële instellingen. Één ervan was nog in aanbouw maar wel zo goed als klaar. Hiervandaan zou je prachtige opnamen kunnen maken van de stad en dus gingen we naar binnen en klommen omhoog want de lift was nog niet in dienst. Bovengekomen waren we behoorlijk afgepeigerd, we hadden n.l 52 verdiepingen geklommen en het uitzicht was groots. De rest van de dag de stad bekeken en om 5 uur in de middag konden we d.m.v. een loting allebei een bed krijgen, er waren n.l 10 gegadigden voor 8 bedden en zodoende hadden we deze nacht in ieder geval een slaapplaats in de slaapzaal. Het is hier netjes verzorgd, alleen is er één nadeel, je moet voor een bed op de slaapzaal elke dag opnieuw boeken en met die vele gegadigden is er een grote afvalkans. Maar ja, dit is een goedkope manier van slapen want Hong Kong is toch al schrikbarend duur.
Men zegt dat je voor goedkope elektronische spullen hier moet wezen maar het is minstens of nog duurder dan in Holland. Het eten is ook aan de dure kant, het enige dat wel goedkoop is zijn kleren.
’s Avonds zijn we naar de film Killing Fields geweest, we zijn nu toch in dezelfde contreien dus dan kan je jezelf beter inleven.
Vandaag de haven bekeken. Een echte haven is het niet, de boten komen niet aan land maar worden in de baai gelost door Chinese jonken. Complete gezinnen wonen er op deze jonken en de meeste mensen komen er haast nooit vanaf om aan land te gaan. Op aanraden van een Amerikaan op onze kamer hebben we een massage instituut bezocht. Het was niet duur en je werd er totaal geradbraakt. Volgens de masseur waren de beenspieren veel te hard maar ja, dat zal wel komen van die 52 verdiepingen klimmen gisteren. Daarna weer proberen een bed voor de nacht te krijgen. Dit keer ging het makkelijker, voor de 8 bedden waren er maar 6 liefhebbers dus ruimte genoeg.
Sommige gedeelten van Hong Kong zijn zo modern en luxueus van opzet dat er bijna geen woorden voor zijn. De duurste van de duurste hotels vind je overal en als buitenlander kan je overal zo inlopen want niemand weet of je er thuishoort of niet. In de stad moest ik naar de wc en stapte daarom het eerste het beste hotel binnen. De deuren werden voor me geopend door een portier en op mijn vraag waar het toilet was werd ik er naar toe gebracht. Binnen werd ik opgewacht door een andere bediende die zelfs de deur van het toilet voor me opende. Na afloop deed hij de kraan voor me aan en gaf me zeep waarna hij me ook nog een handdoek overhandigde. Ik weet nu nog niet wat voor een hotel het was, maar het kan goed het Hilton zijn geweest.
Duur
De straat hebben we na lang zoeken gevonden, maar de buurt klopt niet met wat er op het kaartje staat. Dan maar eerst even een hapje eten en proberen een goedkoop hotelletje te vinden.
De prijzen zijn nu opeens ook westers geworden, het eten kostte 25 gulden en de hotels gemiddeld 150 gulden per nacht.
Het adres van Vincent te voorschijn gehaald van de jeugdherberg en opgezocht. Het was aardig in het centrum en Vincent je hebt gelijk, het is precies een dierentuin. 3 stapelbedden in een kamertje van 4 bij 4 meter in een woonblok van 16 verdiepingen hoog dat in een vierkant is gebouwd met nog 3 andere woonblokken. Naar de binnenplaats kijk je in een donker gat waar het een aardige rotzooi is want iedereen kiepert zijn afval naar beneden en zelfs op de galerijen ligt nog vuilnis. Dit is toch echt niets, snel maar weer de straat op. Daar liepen we een Pakistaan tegen het lijf die nog wel een kamer te huur wist. Het was van hetzelfde laken een pak, alleen i.p.v. stapelbedden stond hier een 2 persoons bed en ergens op de gang was een douche. Het kostte ons 30 gulden. Alle kamers zaten vol met Pakistani die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat tv zaten te kijken.
In de avond is de stad prachtig om te zien met alle verlichte gebouwen die op de berghellingen zijn geplaatst en het is ook verschrikkelijk duur. Er zijn veel gevluchte Chinezen en hoe die de touwtjes aan elkaar kunnen knopen is mij een raadsel. Voor een pilsje betaalden we 8 gulden dus dat was eens maar nooit meer.
Vanmorgen om 7 uur werden we gewekt door keiharde Pakistaanse muziek. Het is net Turks maar dan Pakistaans (hier moet je ook niet te lang blijven). Er zijn al 3 grote kakkerlakken onder mijn voet gesneuveld en er volgen er vast meer.
Vandaag gaan we maar eens op zoek naar een andere kamer. Er moet verderop nog een ymca (jeugdherberg) zijn, maar dan een met een christelijke inslag.
Hier op straat is het flink oppassen geblazen met het linkse verkeer. Je bent gewend om eerst links te kijken voordat je oversteekt, maar hier rijden de auto’s links dus herhaaldelijk is het voorgekomen dat we moesten rennen voor ons leven. Één keer wilden we oversteken en waren we een hek gepasseerd. Een vrachtauto kwam van rechts en sneed ons flink af omdat er naast hem een bus reed die ook linksaf moest. Mij reed hij praktisch
over mijn tenen, maar René stond er iets beroerder voor en moest zich ruggelings over het hek laten vallen anders was hij gemangeld tussen de vrachtauto en het hek.
‘ P K
Hong Kong
Om 7 uur arriveerden we in Kanton. Deze stad is al veel meer westers dan de rest van China en ligt maar 150 kilometer van Hong Kong vandaan.
Eerst maar even met de 2 jongens naar een restaurantje. Het eten was goed maar een beetje vreemd. Het is toch niet hetzelfde als wat de restaurants in Holland te bieden hebben. De gebakken kippentenen schijnen een delicatesse te zijn want we kregen ze hier ook op ons bord. Verstand op nul, blik op oneindig en eten. Maar dat hield je ook niet lang vol want je kwam met een mond vol kippennagels te zitten en die moest je toch uitspugen. Na het eten proberen of we een treinkaartje richting Hong Kong kunnen bemachtigen.
Het is geen doen, ongelofelijk wat laten de mensen hier met zich sollen. We werden van hot naar her gestuurd en op het laatst kwamen we in een grote ruimte terecht met 26 loketten waar honderden mensen zich voor stonden te verdringen. Dit kon wel eens uren gaan duren, dan maar proberen een bus te pakken te nemen. Een goedwillende Chinees hielp ons daarbij en binnen een uur zaten we in de bus richting Hong Kong.
Of we hier goed aan gedaan hebben moet nog blijken want op het ogenblik staan we al een uur in een file. Voor de file reed de chauffeur als een gek, het is gewoon onverantwoordelijk. Hij presteerde het om een vrachtauto in te halen terwijl er ook nog een tegenligger aankwam en dit alles ver boven de 100 km/h.
In Shenzhen konden we de bus verlaten pal voor het station. Dit is de laatste Chinese plaats voor de grens en van hieruit konden we het stuk naar Hong Kong met de metro afleggen.
Met de bus waren we al over een grens gekomen en waren de passen gecontroleerd. De grens bestond hier uit prikkeldraad waarvan de bovenste draden onder stroom stonden. Het was een wirwar van hekken en wachtposten, schijnbaar willen veel mensen uit China deze kant op. Daarna kwamen we bij het douanestation waar we papieren moesten invullen en inleveren. Er komt nog veel kijken voordat we dit land mogen verlaten, je zou denken dat ze wel blij zouden zijn als we ophoepelden. Daarna door de Engelse douane en dan het laatste stuk met de trein. En wat voor een, ultramodern rechtstreeks uit Engeland.
De mensen zijn gekleed in maatkostuums en westerse kleding, niets geen Mao pakjes meer. Ze zijn lang niet zo vrolijk ook als in China terwijl dit toch ook Chinezen zijn. Maar afijn, Hong Kong, wat een stad. Ontzettend veel lichtreclames en uithangborden. Alles is in het Chinees en Engels dus dubbel zo veel. Tegen de heuvels liggen prachtige flatgebouwen met uitzicht over de baai. Een overdaad aan winkels waar je van alles maar dan ook van alles kunt kopen.
Het zal Engeland een aardige hap centen kosten als Hong Kong in 1997 weer teruggegeven wordt aan China. Eerst maar even het adres opzoeken van een kennis van René die hier ergens moet wonen.
Jangtsekiang
Na een nacht vol ontberingen zijn we nu Wuhan binnengereden.
We hebben net een noodstop gemaakt omdat er weer een koe op de rails liep. Alle theekoppen waren in één klap leeg en nu is het één grote troep met eierschalen, maispitten en pindadoppen.
De trein zit tot de nok toe vol en de hele nacht was het een komen en gaan van reizigers bij ieder station. Ergens stapte een complete voetbalploeg in de trein en de spelers moesten de hele nacht in het gangpad overnachten wegens gebrek aan slaapplaatsen. De trein toetert elke seconde wel een keer want je ziet hele dorpen langs de baan wandelen en hekken staan er niet.
Het landschap is veel vlakker geworden en tot op de laatste vierkante meter vol bebouwd met rijstvelden en andere gewassen. Binnen enkele minuten zullen we de Jangtsekiang bereiken en dit is de grootste rivier van China en de op twee na grootste van de wereld.
Het gedeelte waar wij zitten blijft vol met mensen die er eigenlijk helemaal niet horen maar die heel stiekem naar je toe schuifelen en met gebarentaal wat van je te weten willen komen. Zo langzamerhand krijgen we er flink genoeg van, je hebt geen minuutje meer voor jezelf.
De vlekken in mijn dagboek zijn veroorzaakt door een oudere Chinees die naast me zit en niet met zijn mond dicht kan eten. Vreselijk wat gaat die tekeer. Het is trouwens toch helemaal een rare vent want gelijk toen hij binnenkwam ging hij al plat op de bank liggen zodat wij ook allemaal op ons bed moesten blijven.
We komen steeds meer richting het zuiden en het landschap is goed aan het veranderen. De grond is vuurrood en overal zie je nu van die terrassen die hun water krijgen van de bovenliggende. Waar die bovenste terrassen hun water vandaan halen is me een raadsel, pompen zie ik nergens staan.
Langzamerhand is het meer begroeid met bos en het lijkt al een beetje op Vietnam zoals dat vaak op de tv te zien was.
Vanaf de kolentender van de locomotief vallen nog wel eens kolen naar beneden langs de baan en af en toe zijn er vooral oudere mensen bezig het pad langs de spoorbaan te vegen om de afgevallen kooltjes weer te verzamelen. Vanmiddag probeerden we enkele Chinezen uit te leggen waar de scheercrème van René toe dient. Dit moet allemaal met gebarentaal gebeuren natuurlijk en nu bleek dat de Chinezen helemaal geen baardgroei hebben. Mijn baardje vinden ze prachtig en toen we onze benen lieten zien vielen ze haast van de stoel van verbazing. Verder zijn we maar niet gegaan.
In de trein hebben we de maaltijd genuttigd en die bestond uit witte rijst met die eeuwige groene stukjes riet (daar lijkt het op) en zacht vet spek. Niet te eten dus. Ook ontmoetten we 2 Chinese jongens die ons in Kanton echt eten wilden bezorgen en dat wilden zij ook betalen omdat ze veel verdient hadden met gokken.
`s Avonds 10 uur gingen de lampen weer uit, dus vroeg naar bed. René heeft geluk dat hij zwaar verkouden is want de lucht is niet meer te harden nu.
Kanton
iemand vertellen dat we eerst een kaartje moesten kopen bij een ander loket om voor dit loket te kunnen gaan staan. Nadat ik weer terugkwam van het andere loket kwam René er achter dat zijn portemonnee met 200 yuan (200 gulden) gerold was. Zodoende konden we eerst nog eens de stad in om geld te wisselen en waren we precies in de laatste vijf minuten aan de beurt om het kaartje te bestellen. Het was de eerste keer dat we met criminaliteit te maken kregen en je verwacht dat niet in dit land.
Inmiddels waren we onze Zweedse vrienden ook weer tegengekomen en het bleek dat zij ongeveer dezelfde route volgden als wij met het verschil dat zij verder gingen op weg naar de Filippijnen en Australië. De Zweden wisten nog een goedkoop hotel en gezamenlijk gingen we er naar toe. Bij de Zweden was nog een bed vrij en in een andere kamer ook nog een. De vriendin van de Zweed mocht niet bij hem op de kamer en moest op een aparte afdeling. Ik trok bij de jongens in en René bij een Amerikaan met baard van ongeveer 40 jaar. Hij reisde niet alleen zo vertelde hij, maar we zagen niemand anders. Later bleek dat hij God bedoelde en proberen wilde het evangelie te verkondigen in China. Nu, dan had hij alvast zijn handen vol aan René want die is overtuigd atheïst.
Helaas konden we de opgravingen van het terracottaleger niet meer bezoeken vanwege te weinig tijd. Wel konden we het museum met een bezoek vereren en daar staan ook enkele opgegraven beelden van dit leger. Er staan bv een paard en 2 krijgers op ware grootte en ik moet zeggen dat ik dacht dat ze verfijnder gebeeldhouwd zouden zijn, maar het was zeker imponerend. Er hingen ook veel foto’s van de opgravingen en daarop zag je een enorm grote hal met duizenden krijgers in volle krijgsuitrusting plus strijdwagens mooi in het gelid staan. Toen eeuwen geleden de keizer stierf werd hij begraven met zijn leger zeer minutieus nagemaakt in slagorde rondom hem en men zal nog jaren nodig hebben om alles uit te graven.
Op het ogenblik zitten we in de trein van Xian naar Kanton. We hebben Xian net verlaten en René is er achter gekomen dat hij zijn diafilmpje verkeerd om in zijn fototoestel heeft gedaan. Alle foto’s zijn mislukt en er zaten nog wel foto’s bij van mensen met kleine kinderen welke hij nog op zou sturen. Het is ook zo’n beroepsfotograaf ook. Erg jammer is het dat er zelfs foto’s bijzaten van een kar met vers geslachte honden.
De Chinezen in onze wagen drinken thee bij het leven en dat bieden ze ons ook vaak aan maar de blaadjes zweven er los in rond en er zit geen suiker in zodat wij het niet te drinken vinden (kwestie van wennen).
Wat wel apart is zijn de hopen zand die naast de spoorbaan liggen waar ze iemand hebben begraven. Er staat dan een stok op met een gekleurde wimpel eraan. Schijnbaar zijn er geen begraafplaatsen maar begraven ze zo in het veld. Af en toe is er ook een grafsteen bij maar vaak zie je enkel een soort struik met tientallen vlaggetjes erin op de grafheuvel staan.
Xian
Na het eten probeerden we de Chinezen nog dammen te leren, dat ze hier niet kennen. Over belangstelling was niet te klagen, het halve rijtuig deed mee met als gevolg dat ik het 2e spelletje verloor wat grote hilariteit veroorzaakte. Maar ja, met al die Chinezen bij elkaar is het net een parallel geschakelde computer, daar valt ook niet tegen te spelen. Om half tien gingen plotseling de lichten uit zodat iedereen in het donker zijn bed maar moest zien op te maken. En hier lig ik nu 3 hoog in een klapbed.
Het begint al aardig naar zweetvoeten te ruiken en we rijden getrokken door een stoomlocomotief die constant fluit, door de Chinese nacht. Om 5.30 uur schrokken we wakker doordat de verlichting aangedaan werd. Aangezien de tl buis pal boven mijn hoofd hing lag ik bijna op de grond van schrik.
Erg goed geslapen heb ik niet want in mijn kussen zaten een soort pinda-doppen en die begonnen steeds meer op kiezelsteentjes te lijken. Snel een beetje gewassen en maar weer voor het raam genieten van de omgeving.
Het landschap is erg bergachtig en droog maar toch hebben de mensen kans gezien om elk plekje van de berg in terrasvorm te bebouwen. Het wachten is nu op Hua Shan. Dit is een berg die nogal berucht en beroemd is omdat hij zo moeilijk te beklimmen is. Volgens de kaart is de hoogte 1997 meter dus dat valt nogal mee. Aan de voet van deze berg ligt Lintong en dit plaatsje is ook al zo beroemd omdat hier Tsang Kai-sjek (de voormalige generaal leider van het vrije China) gevangen genomen werd.
We zijn bij de stoomloc wezen kijken en daarna door de trein teruggelopen. In het begin van de trein rijden er 3e klasse wagons mee waar het een onbeschrijfelijke rotzooi is. De reizigers zitten daar op houten banken met aan één kant een rij van drie en aan de andere een rij van twee plaatsen. Iedere plaats is bezet en er zitten ook vrouwen met kinderen bij die de hele nacht zo goed en zo kwaad als het ging door moesten brengen. Op de grond was het één grote bende en je moest buiten niet te dicht langs de trein lopen want de rommel vloog je om de oren. Ze gooien hier van alles naar buiten.
Om 8 uur aangekomen in Xian de voormalige hoofdstad van China. Ontzettend druk en de mensen zijn hier nog minder aan buitenlanders gewend dan in Peking. Het type mens is ook anders, meer van Mongoolse oorsprong (ik voel me gelijk thuis hier).
Het eerste wat we willen proberen is een treinkaartje te bemachtigen naar Hong Kong. Makkelijker gezegd dan gedaan in die mensenmassa met 7 verschillende loketten in ook 7 verschillende gebouwen. Overal stonden mensen te wachten voor kleine luikjes waar je bukken en snel wat zeggen moest waarna het luikje weer dicht ging en je kon afwachten op de dingen die zouden komen. Op het laatst zagen we een luikje waar vreemdelingen terecht konden maar waar ook niets anders als Chinezen stonden te wachten. We sloten aan in de rij en na een half uur kwam er
Trein
He, he, we zitten eindelijk in de trein naar Xian.
Het hotel is betaald met Chinees geld i.p.v toeristengeld en dat zat de mensen achter de balie niet lekker (dat ruikt naar kapitalisme).
Nu, na het station van Peking, vind ik in Holland niets meer echt druk. Met zulke reizen leer je alles wel in een breed perspectief te zien. In het station kwamen we in een enorme mensenmassa terecht en als we daar niet toevallig die man met de megafoon ontdekte waren we er niet meer uitgekomen. Nu bracht hij ons persoonlijk naar de trein die we hebben moesten. Het was een trein van 15 rijtuigen overvol met Chinezen. Een bed was voor ons gereserveerd maar er waren geen coupé’s met deuren, alles was open en kon je gewoon van voor naar achter dwars door de trein kijken.
De mensen zag je de gekste dingen eten met een gesmak en geslurp waar je niet goed van werd. Door de hele trein hoorde je Chinese muziek en dat is zeer wel om aan te horen. René vond van niet en deed zijn walkman maar weer op. Dat vind ik nu weer zonde, want vaak houd je de mooiste herinneringen aan een land over door de muziek die je overal hoort klinken.
Er zitten een paar oudere Chinezen op de andere bedden en René doet ze even de koptelefoon op. Hun ogen worden groot van verbazing dat ze iets in stereo horen en beginnen gelijk keihard te schreeuwen om de muziek te overstemmen.
Bij ons op de afdeling zit ook een Chinees die een klein beetje Engels kan en hij legt ons van alles uit wat er zoal te zien is. Zo komen we ook langs het dorpje in de bergen waar Mao in 1947 zijn communistische zegetocht begon. De mensen zijn stuk voor stuk zeer vaderlandslievend en als je een beetje belangstelling toont dan kan je voor hen niet meer stuk.
Ik moet zeggen dat het toch ook wel een knap staaltje werk is wat men hier tot stand heeft gebracht als je het grote verschil ziet met Rusland.
Na verloop van tijd gingen we de restauratie maar eens met een bezoek vereren. In het zomerpaleis hadden we een Korea veteraan ontmoet die ons vertelde dat hij in deze oorlog veel gevangen genomen Amerikanen, Australiers en ook Hollanders verzorgd had en daardoor ook Engels praten kon. Hij had voor ons een recept in het Chinees opgeschreven dat varkensvlees in tomatensaus moest zijn en dat gaan we nu eens uitproberen.
Het recept klopte misschien wel, maar krijgen is een andere zaak. We gaven ze het recept en kregen daarvoor in de plaats een Chinese maaltijd bestaande uit een kom rijst, een bord met vlees en groente en een fles bier.
Het bier is een nationale drank geworden in China sinds de Duitsers en Engelsen dat hier ingevoerd hebben in het begin van de 20e eeuw. Bij elke maaltijd krijgen de mensen een grote plastic maatkan van een liter bij hun bord staan. Het drinkt lekker weg. De complete maaltijd kostte ons zoals gewoonlijk erg weinig nl 6 gulden voor 2 personen. Ondertussen werd er ook nog van lok gewisseld en kregen we er een heuse stoomloc voor.