Fig. 185 Het gebied van Groot en Klein Heidekamp (rood omlijnd) omstreeks 1930.De slenk loopt vanuit het oosten precies tot in Groot Heidekamp. Bron: Topografische kaart (met toestemming Provincie Gelderland).
Het terrein waar Groot en Klein Heidekamp werden gebouwd was in de jaren dertig van de vorige eeuw het eigendom van baron van Pallandt. Groot Heidekamp kwam te liggen op de golfbaan die hij ten zuidwesten van boerderij Leipzig aan had laten leggen terwijl Klein Heidekamp ten zuiden van Dresden gedeeltelijk gebouwd werd op de paardenrenbaan en op het rad, een park dat in cirkelvorm was aangelegd en er van boven uitzag als een wiel met spaken (fig.185) (Coers,1990).
Fig. 186 Engelse oorlogsfoto van 9 december1944 met daarop Klein en Groot Heidekamp. Ook zijn de boerderijen Dresden en Leipzig te zien en een stuk Vrijland. Bron: Gelders Archief, WO II. Map nr. 22 coll. 347 serie IX. 8 – 28
Voor de militairen werden verschillende onderkomens gebouwd. Ze bestonden uit legeringsgebouwen met garages en voorzieningen als een eetzaal, kapel en ontspanningsruimtes. De nieuwbouw werd in de bestaande structuur verweven en in de vorm van een dorpje aan de omgeving gevoegd. De kampen werden op enige afstand van het eigenlijke vliegveld aangelegd (fig.186). Door de afstand en de aan de omgeving aangepaste bouw camoufleerde men het vliegveld en maakte men de gebouwen zelf onopvallend. Toch werden de legeringsgebouwen extra zwaar gebouwd. De zogenaamde Splittersichere Unterkunfte werden opgetrokken door de muren minstens 55 centimeter dik te maken en te voorzien van stalen luiken. Deze luiken konden van binnenuit dichtgetrokken worden. Bij sommige barakken werden bovendien portalen gebouwd tegen de buitendeur om inslagen van bijvoorbeeld granaatscherven te voorkomen. Bij de opzet gingen de Duitsers uit van een drietal basisprincipes: onopvallendheid, zelfvoorzienendheid en bescherming biedend.
Fig. 187 Engelse luchtfoto van Deelen op 7 april 1945. De foto is in noordoostelijke richting genomen. Te zien is Groot Heidekamp. Het grote gebouw links van het midden is Vrijland aan de Koningsweg. De horizontale weg op de achtergrond is de Hooilaan met precies boven het midden een luchtafweer stelling (met bommen bestookt).
Vrijwel alle legeringsgebouwen voor manschappen vallen onder de categorie Regelbauten waarbij sprake is van een standaardontwerp dat werd aangepast aan bijzondere eisen en omstandigheden. De messgebouwen voor de officieren zijn, in tegenstelling tot die van de manschappen, bijna altijd unieke objecten die volgens kunsthistoricus K. Loeff (1999) getuigen van een hogere ontwerpkwaliteit.
Voor de gebouwen werd een basisontwerp gebruikt dat door het Duitse bouwbureau van de Luftwaffe was ontworpen. Toch zijn de gebouwen in Klein Heidekamp vaak anders dan in Groot Heidekamp. Hier werden de basisontwerpen aangepast aan de Gelderse omstandigheden, pannen- en rietdaken met aan het uiteinde wolfseinden. De gebouwen op Groot Heidekamp missen deze zaken soms en zijn meer in Duitse stijl gebouwd, dat wil zeggen met rechte gevels. De gebouwen hadden pannen- en rietdaken maar de zolders waren vaak loze ruimtes terwijl de zoldervloeren in 22 centimeter dik beton waren uitgevoerd. Dit alles om de geallieerde bombardementen te kunnen weerstaan.
Het hele complex is in ruim een half jaar gebouwd en de inrichting was ook modern met parketvloeren en natuurlijke materialen.
Hoewel de geallieerden wel wisten waar de legeringsgebouwen rondom vliegveld Deelen zich bevonden, hebben zij nooit een poging ondernomen om deze te bombarderen. Daardoor zijn deze gebouwencomplexen in gave toestand bewaard gebleven (fig.187).
Fig. 188 Kaart uit 1945 van de opbouw van vliegveld Deelen. Groot en Klein Heidekamp worden hier ‘Pilotenstad’ genoemd. Bron: Schiphol of …Deelen. (1945), Artikel of vliegveld Deelen Schiphol moet vervangen. In: Het Kompas, 3e jaargang, nummer 20. pp.68 – 69.
Groot en Klein Heidekamp nu
Van de in totaal ongeveer vierhonderd gebouwen op Nederlandse vliegvelden die zijn overgebleven uit de Tweede Wereldoorlog, staat ongeveer de helft op het vliegveld Deelen.
Fig. 189 Kaart uit 1945 met rechts de lintbebouwing van Groot Heidekamp en links de brinkstructuur van Klein Heidekamp. Bron: archief Nederlandse Heide maatschappij. Kaart van het vliegveld Deelen 1945, nr: 45001.
Fig. 190 Het gebied van Groot en Klein Heidekamp in 2003. Goed te zien is het grote aantal objecten die er na de oorlog zijn bijgekomen (vergelijk met fig. 189). Bron: Topografische kaart (met toestemming Provincie Gelderland).
Aan het eind van de oorlog waren er in Deelen zo’n zeven- à achthonderd gebouwen
neergezet en omdat defensie het terrein direct na de oorlog in handen kreeg kon er veel waardevol materiaal behouden blijven (fig.188, 189, 191). Van dit materiaal vormen de legeringsgebouwen van Groot en Klein Heidekamp die in Heimatschutz-Architektur zijn opgericht een uniek onderdeel.
Fig. 191 Groot en Klein Heidekamp vanuit de lucht gezien in 2003. De begroeiing is nu veel dichter als in oorlogstijd (zie fig. 56). Bron: Topografische dienst (met toestemming Provincie Gelderland).
Er zijn verschillende soorten gebouwen te vinden op Groot en Klein Heidekamp. Zo zijn er onder andere onderkomens voor personeel, kantines, administratie, garages, stook- en brandbestrijdingsgebouwen en is er zelfs een mortuarium aanwezig.
Groot Heidekamp
Het terrein van Groot Heidekamp is na de oorlog in handen gekomen van defensie waarna de gebouwen voor allerlei militaire doeleinden werden gebruikt. Onder meer werd er de Luchtmacht Elektronische en Technische School (LETS) gehuisvest. Hierdoor werd er onderhoud gepleegd en bleef een groot aantal gebouwen in goede staat (fig. 193, 194, 196, 197).
Fig. 192 Een legeringsgebouw welke in de naoorlogse jaren als oefengebouw voor de brandweer diende. Het gebouw verkeert in slechte conditie.
Na de luchtmacht nam de landmacht in de vorm van de Luchtmobiele Brigade het terrein in bezit en werd Groot Heidekamp bij de Oranje kazerne gevoegd.
Fig. 193 Het mortuarium.
De meeste gebouwen van Groot Heidekamp worden tegenwoordig niet meer gebruikt en staan leeg. Defensie heeft er wel interesse voor maar er blijkt in de meeste gebouwen asbest te zijn verwerkt zodat er eerst onderzoek moet worden verricht naar het verwijderen hiervan en welke kosten dit met zich meebrengt. Vanwege bezuinigingen bij defensie wordt er aan het onderhoud minder aandacht geschonken waardoor er een duidelijke verslechtering optreed (fig.190, 193).
Fig. 194 De officiersmess. Dit gebouw is nog in gebruik en in goede staat. In de houten buitendeuren zijn stalen platen verwerkt.
De bebouwing van Groot Heidekamp heeft de vorm van een lintdorp en is tevens gesitueerd rond twee brinken. Door het gebruik van de in de streek voorkomende materialen is men er in geslaagd om de gebouwen in de omgeving te laten opgaan.
In de loop der tijd hebben zich nieuwbouwontwikkelingen voorgedaan welke contrasteren met
de door de Duitsers aangelegde bebouwing. Zo is er een sportveld aangelegd met de nodige accommodaties en zijn er grote hallen geplaatst die dienst doen als oefen- en opslagruimte voor de militairen van de luchtmobiele brigade.
Fig. 195 Een in slechte staat verkerend onderkomen. Er zijn grote kosten verbonden aan het herstellen en asbestvrij maken.
De Duitsers bouwden Groot Heidekamp precies op de slenk die vanaf Terlet in de richting van Heelsum liep (zie slenksysteem) en welke hierdoor niet meer te volgen is.
Fig. 196 Boven een wachthuisje dat ook nu nog als zodanig dienst doet. Onder het wachthuisje van binnen gezien. De muren zijn meer dan 50 centimeter dik. Het geheel verkeert in prima staat.
Fig. 197 Deze voormalige woning verkeert in goede conditie maar staat leeg. Let op de door de Duitsers aangelegde klinkerweg die zij als typisch Nederlands beschouwden.
Groot Heidekamp heeft een parkachtig voorkomen. Vooral aan de oost- en zuidzijde zijn er veel bomen geplant. Het kamp was geheel zelfvoorzienend, dat wil zeggen dat er buiten het eigen ketelhuis ook gebouwen waren voor de verzorging en benodigdheden van de militairen zoals een artsenwoning, tandartsgebouw, ziekenhuis, administratiegebouwen en garages.
Groot Heidekamp vormt een prachtig geheel van gebouwen uit de oorlogsperiode die nog in behoorlijke staat verkeren en uniek zijn in hun soort.
Klein Heidekamp
Klein Heidekamp werd net als Groot Heidekamp na de oorlog onderdeel van de luchtmacht.
Ook dit complex was zelfvoorzienend met een verwarmingsgebouw, kantine, bureaus, badhuis en legeringsgebouwen. Het kamp was hoofdzakelijk voor officieren gebouwd en wel voor de piloten.
Klein Heidekamp is als brinkdorp opgezet en rondom de gebouwen is veel cultuurbos aangelegd dat inmiddels dichte vormen heeft aangenomen (fig.199, 208, 209).
Klein Heidekamp is een goed bewaard gebleven complex van gebouwen dat, met uitzondering van de kantine, in authentieke staat verkeerd. Van deze kantine is alleen de kelder overgebleven welke als vleermuisverblijfplaats dienst doet. Het heeft nu de status van beschermd natuurmonument (fig.198).
Fig. 198 Van de kantine is alleen de kelder overgebleven, er leven nu vleermuizen.
Fig. 199 Een legeringsgebouw voor vliegers met op de voorgrond een brandbestrijdingsput. De woning heeft een dak met wolfseinden.
Nadat defensie besloot om Klein Heidekamp toch maar voor zichzelf te behouden konden de bewoners, voor het grootste deel defensiepersoneel, in de woningen blijven. De woningen die leeg stonden werden bezet door krakers (fig.200, 201, 202). Van afbraak wat de bedoeling was, kwam niets meer terecht vanwege de monumentenstatus waar het terrein onder zou gaan vallen.
Fig. 200 De zolderverdieping van een gebouw. Duidelijk is de Duitse invloed op het geheel te zien. De vloer is van 22 centimeter beton en de kap van hout.
Fig. 201 De gebouwen zijn overgenomen door krakers die inmiddels officiële bewoners zijn geworden, dit vaak tegen de zin van de militairen die er al woonden.
Fig. 202 Het wonen in een voormalig officiersonderkomen heeft ook zo zijn voordelen; er zijn genoeg toiletten aanwezig.
Fig. 203 Het vroegere gevechtsleidingscentrum (Geschwader Befehlstelle) wordt nu gebruikt als woonruimte.
Het gebied behoort nu nog steeds aan Domeinen en zodra er een woning leegkomt zet men er de anti kraakwacht in. Dit valt niet in goede aarde bij de bewoners die er al jarenlang wonen en vaak oud militairen zijn (fig.207). Dit valt ook wel te begrijpen toen bleek dat er al twee jaar een hennepplantage aanwezig was waar niemand iets aan kon (wilde) doen.
Fig. 204 In de woning rechts heeft de kapper zijn praktijk. Veel militairen van de Oranjekazerne laten hier hun haar knippen.
Aangezien het gebied militair terrein is kunnen de bewoners binnen enkele maanden gesommeerd worden hun huis te verlaten. Deze clausule is in de contracten opgenomen.
Fig. 205 Het ketelhuis dat nog steeds Klein Heidekamp van verwarming voorziet.
Vanuit civiele kringen bestaat er ook belangstelling voor de gebouwen. Zo was er in 1995 het Televisie en Filmspeelgoedmuseum in oprichting (TV Toys), dat belangstelling toonde voor de voormalige officiersmess (fig.194). Zij vonden het gebouw een perfecte plaats om een museum in te richten vanwege het netwerk van wegen, de bus die er stopt en de weinige overlast die deze locatie met zich meebracht voor de omwonenden. De gemeente Arnhem nam een afwijzende houding aan vanwege het feit dat men de buitenrand van Arnhem als natuurgebied in stand wilde houden (Arnhemse courant, 6 september 1995).
Bij defensie bestaan plannen om de Oranje kazerne, waar de Lucht Mobiele Brigade gelegerd is, uit te breiden met delen van Klein Heidekamp.
Hiervoor zou het wachthuisje en een officierswoning weer op de Oranjekazerne komen te liggen (fig.206).
Fig. 206 Het wachthuisje is voorzien van een rieten schilddak. Dit huisje zou met de uitbreiding van de Oranjekazerne weer op hun terrein komen te liggen waardoor de bewoners dan zouden moeten vertrekken.
De saamhorigheid van de bewoners van deze kleine gemeenschap is niet zo groot als verondersteld mag worden. De bewoners spreken elkaar nauwelijks en zeggen elkaar hoogstens gedag. Er zijn hier ook geen clubhuizen of iets dergelijks te vinden waar de bewoners contacten zouden kunnen leggen.
Fig. 207 In dit voormalig officiersonderkomen woont nu een generaal buiten dienst. Het gebouw heeft geen wolfseinden maar is voorzien van een rechte gevel.
Hoewel de meeste gebouwen op Klein Heidekamp een woonbestemming hebben gekregen zijn er ook enkele gebouwen met een andere functie zoals een kapsalon (fig.204), een administratiegebouw, een werkplaats waar de marechaussee hun voertuigen onderhouden (fig.210) en een clubgebouw waar de Nationale Reserve haar onderkomen heeft.
Fig. 208 Een idyllisch doorkijkje op Klein Heidekamp. Het complex is zeer ruim opgezet.
Fig. 209 Tussen de gebouwen bevinden zich ook schuurtjes die wel een opknapbeurt kunnen gebruiken.
Fig. 210 De door de Duitsers gebouwde garages zijn gemoderniseerd en worden nu gebruikt door de marechaussee.
In het voormalige gevechtsleidingscentrum (Geschwader Befehlstelle) stond een matglazen plottafel opgesteld met daarop de kaart van noordwest Europa gegraveerd. Op deze kaart van 2 x 3 meter werden de posities van de vliegtuigen aangegeven.
De Duitsers vernielden de plottafel rigoureus door hem in zo klein mogelijke stukjes te slaan.
Medewerkers van het Museum Vliegveld Deelen houden zich momenteel bezig met het restaureren van de tafel door de scherven op te graven en er weer één geheel van te maken. Hiertoe meet men de dikte van het glas zodat men ongeveer weet waar welk stukje gelegen heeft (fig. 210a).
Fig. 210a In Museum Vliegbasis Deelen vormen duizenden stukjes glas een bijna onmogelijk op te lossen puzzel. Rechts op de voorgrond ligt de kaart met daarop uitgezet de dikte van de matglazen kaart.