Militaire objecten Vliegveld Deelen

Fig. 253 Kaart met objecten hieronder beschreven. Bron: Topografische kaart 2003 (met toestemming van Provincie Gelderland).

Bunkers (1, 2, 3, 4)
‘Het’ Duitse bunkerontwerp bestaat niet. Landmacht, marine en luchtmacht hadden ieder hun eigen ontwerpen. De landmacht deed er alles aan om zijn bunkers zo min mogelijk in het terrein te laten opvallen terwijl de marine zijn macht wilde laten zien en zijn bunkers juist goed zichtbaar en op markante plekken liet bouwen. De bouw van bunkers was een industrieel proces, een commandant bestelde in Berlijn een nummer en kreeg dan zijn bunker (fig.254, 255, 256).
Rondom het vliegveld zijn bunkers gebouwd die dienst deden als opslagruimte voor munitie, beveiliging van het personeel of als werkruimte. Tegenwoordig worden de bunkers vaak gebruikt als ruimte waar vleermuizen ongestoord kunnen leven.

Fig. 254 Links de bunker 200 meter ten westen van Diogenes (1) aan de Koningsweg en rechts de vleermuisbunker (2) beiden op het terrein van de Hoge Veluwe. De bunkers zijn allemaal standaard ontwerpen die door het hele land te vinden zijn.

Fig. 255 Links van het noordelijkste puntje van de startbaan ligt, dicht begroeid en verscholen in het bos, de bovenste bunker (3) die ook gebruikt wordt als beschermplaats voor vleermuizen. De bunker onder (4) staat op de Kop van Deelen en werd gebruikt als telefooncentrale.

 

Fig. 256 Links, van dit soort bunkertjes zijn er in de buurt van het bommenlijntje nog wel enkele te vinden. De gebouwtjes zijn ongeveer twee bij twee meter met dwars er doorheen een muur die uit het midden staat zodat de voor en achterkant een verschillende diepte hebben. De precieze functie is niet bekend (5). Rechts is de afbeelding van een privé bunkertje dat bestaat uit prefab aan elkaar gemaakte betonnen segmenten. Het heeft de vorm van een omgekeerde V en staat op camping Petersburg. De wanden zijn tien centimeter dik met aan de voorkant een kijksleuf (net te zien) en aan de achterkant een stalen deur (zie Petersburg) (6).

Fig. 256 a en b Plaats (12) op de plattegrond is een Zisterne, een bunkerachtig geheel dat gebruikt werd als waterreservoir voor bluswater. Hij heeft een grootte van 8 bij 3 meter en ligt verscholen onder de grond.

Inschietheuvel (7)

Om de machinegeweren van de vliegtuigen te testen werd er in het noorden van het vliegveld een inschietheuvel opgericht. De heuvel bestond uit een aarden wal die nu nog zo’n zeven meter hoog is, met daarvoor een ongeveer honderd meter lange baan die aan beide zijden voorzien was van een aarden wal (fig.257). Het geheel lag in noordelijke richting zodat de kogels bij eventuele afwijkingen in de richting van het Deelensche veld werden geschoten waar zij niet veel schade konden aanrichten (fig.258). Komende vanaf het vliegveld werden de vliegtuigen op een platform geparkeerd met de neus naar de heuvel waarna er ingeschoten kon worden.

Fig. 257 Boven is de inschietheuvel te zien vanuit westelijke richting. Hij ligt in noord-zuid richting en te zien zijn ook de twee aarden wallen. De vliegtuigen schoten van links naar rechts tegen de heuvel. De afbeelding hieronder is vanaf de heuvel genomen in de richting van het platform waar het vliegtuig stond (bij de bosjes). De twee aarden wallen zijn daar als lichte verhogingen te zien.

Fig. 258 De inschietheuvel vanaf de achterzijde gezien. De foto is vanuit noordelijke richting genomen vanaf het kaarsrechte dijkje (zie fig.111)welke loopt van Hoenderloo naar Deelen en dat jarenlang als wildwal fungeerde om te verhinderen dat de schapen van Deelen op de hei van Otterlo liepen en andersom.

FLAK stelling Hooilaan (8)

Ten noorden van de Hooilaan heeft een FLAK stelling gestaan (fig.259). FLAK is de afkorting voor Flugabwerhrkanone en in deze stelling stonden kanonnen met een groot kaliber opgesteld. Het kaliber was hoogstwaarschijnlijk van 7.5 tot 10.5 centimeter.
Deze stelling is door de geallieerden gebombardeerd maar er kon niet veel schade aan de stelling worden toegebracht.

Fig. 259 De FLAK stelling ten noorden van de Hooilaan. De punten rondom de stelling zijn bominslagen. De rode cirkel geeft de plaats aan waar de foto van de afgebroken bunker is genomen. Bron: archief Nederlandse Heidemaatschappij. Kaart van het vliegveld Deelen, 1945. nr. 45001.

Het gebied ligt op het terrein van het nationale zweefvliegcentrum en van de stelling zelf is niets meer terug te vinden behalve hier en daar wat overgebleven resten van steen en beton. Wel zijn er nog steeds bomkraters te vinden die een waar eldorado zijn geworden voor het aanwezige wild (fig.260).

Fig. 260 Boven zijn de resten van de FLAK stelling langs de Hooilaan te zien (8). De resten liggen zo’n honderd meter ten westen van de stelling (zie fig.259). Het zweefvliegcentrum heeft er geen interesse voor. Onder, één van de vele bommentrechters die er te vinden zijn.

FLAK stelling (9)
Ten zuiden van de Hooilaan staan nog enkele bunkers die dienst hebben gedaan als munitiebunkers bij een FLAK stelling. De stelling bestond uit vier betonnen bakken waarin twee centimeter kanonnen waren geplaatst. Deze lichte stelling diende om het vliegveld te verdedigen tegen geallieerde vliegtuigen. Buiten de kanonnen en de munitie is de stelling compleet en in behoorlijke toestand.

Fig. 261 Enkele bunkertjes van de stelling.

 

Bij deze bunkers is goed de toegepaste bouwwijze te zien (fig.261). Het complex ligt thans op het terrein van defensie dat tegenwoordig in gebruik is als oefenbaan voor het werpen met handgranaten.

Motor proefstand (10)

Langs de rolbaan zo’n 200 meter ten westen van Vrijland is na de oorlog door de Canadezen een proefstand voor motoren gebouwd. De bedoeling was om hier motoren te testen maar dit is er niet van gekomen. Eenmaal is er een motor van een Spitfire getest en daar is het bij gebleven.
Het gebouwtje is van stenen opgebouwd en heeft een rond dak. Aan de achterzijde is in de vorm van een halve cirkel, een muur opgericht waarin openingen zijn gemetseld om de luchtstromen weg te laten vloeien (fig.262).

Fig. 262 De motortestruimte(10). Op de rechterafbeelding is te zien waar aan de achterzijde van het gebouwtje de motor opgehangen werd. Een stukje beschermingsmuur is nog te zien.

Eendenvijver/Zwembad (11)

Halverwege de legeringskampen Koningsweg Noord en Vrijland, tegenover het landhuis Zonheuvel (nu camping Petersburg) ligt een betonnen constructie die bestaat uit een dertig meter lange en zes meter brede bak in een V-vorm met in het midden een diepte van zo’n twee meter en aan de zijkanten ongeveer vijfenzeventig centimeter (fig.263).
Aangezien bij de Duitsers het gezondheidsideaal hoog in het vaandel stond konden de militairen dan ook, als de oorlogshandelingen het toelieten, naar hartelust hun sport beoefenen. Voor dit doel waren er bij de legeringsgebouwen sportvelden aangelegd en men had dan ook het idee dat de betonnen constructie een voor de Duitsers gebouwd zwembad zou zijn.
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat de betonnen bak er voor de oorlog al lag en diende als

Fig. 263 Het object in de buurt van Petersburg (11).

vijver voor de eenden die de bewoners van de rentmeesterswoning hielden. De bak was toen net zo hoog als de grond ernaast en de Duitsers hebben er de verhoogde rand opgemaakt zodat het geheel een stuk dieper werd (zie Petersburg). De op bezoek komende kinderen gebruikten de vijver om te kunnen pootje baden. Tegenwoordig wordt de vijver bad als afvalbak voor tuinafval gebruikt. De bomen die rondom staan drukken aan alle kanten met hun wortels de bak omhoog en deze verkeerd dan ook in slechte staat.

Garages Koningsweg

Fig. 264 Het kamp aan de Koningsweg bestaat uit vijf garages. Bron: Topografische kaart 2003 (met toestemming Provincie Gelderland).

Pal naast de slenk bouwden de Duitsers vijf opslagplaatsen voor bouwmaterialen (fig.264). Na de oorlog nam defensie de gebouwen over waarna ze werden getransformeerd tot garages en onderhoudswerkplaatsen. Een paar honderd meter in westelijke richting stonden ook nog een paar gebouwen van hetzelfde soort maar deze zijn inmiddels door defensie gesloopt.
Na een tijdje te hebben leeggestaan namen krakers de gebouwen in bezit en veranderden deze in kunstobjecten (fig.265, 266). Defensie zette een houten schutting in het midden van het terrein en nam de westelijke twee gebouwen weer terug in hun bezit. Daar staan ze nu nog steeds te vergaan, onderhoud wordt er niet aan gepleegd (fig.265). Op het ogenblik doet defensie al wat mogelijk is om de resterende drie gebouwen ook weer in hun bezit te krijgen.

Fig. 265 De opslaggebouwen werden door defensie als garages gebruikt en later door krakers in bezit genomen.

Fig. 266 De krakers hebben het aanzien van de gebouwen totaal veranderd.

Fig. 267 Het door defensie afgescheiden westelijke deel van het complex staat leeg.

Geef een reactie